bouwjaar
verdwenen
afgebroken
eigendomshistorie

De laatste molenaar was de heer Maarten de Frankrijker, die in functie was van 1905 tot 1925.

Molenar Balk

geschiedenis

Poldermolen van de Buitendijkse Oosterpolder

1773: In 1773 deden de schouten van Nieuwkoop, Aarlanderveen, Vrijhoeve, Ter Aar, Nieuwveen en Zevenhoven een verzoek aan de Staten van Holland om de toen zo geheten Nieuwkoopschen Poel en de Zevenhovense Plas te mogen droogleggen. 

Aanvankelijk bleef het bij plannen maken zie bijv. de kaart van Le Sauvage uit 1788 waarop alle geplande molens staan ingetekend.

1796: In 1796 besloot het Departementale Bestuur de plannen uit te voeren, omdat men vreesde dat de plassen zich met de Haarlemmermeer zouden verenigen tot een grote binnenzee. 

01-07-1799: Op 1 juli 1799, dus in de Franse Tijd, werd een aanvang gemaakt met de drooglegging. 
De kosten voor de drooglegging bedroegen één miljoen gulden.
Doordat de droogmakerij gemiddeld vijf meter onder de zeespiegel lag, moesten er achttien vijzelmolens en vier schepradmolens worden gebouwd om de polder droog te maken en droog te houden.

1800: De molen van de Buitendijkse Oosterpolder werd in 1800 gebouwd te Nieuwveen, achter de gebouwen van de tegenwoordige Ursula Stichting, op de grens van het bovenland aan de Molenkade. 

1809: In 1809 was de drooglegging zover gevorderd dat de hoger gelegen percelen grond in Amsterdam konden worden geveild, gevolgd in 1812 door de lager gelegen percelen. 

Informatie: website     "Historische Kring Liemeer"
boek: "Zevenhoven, het dorp dat bleef", ISBN: 90-71267-1-6