1892: In 1892 werden de lagere delen van de Noordeind- en Geerpolder (Tenbruggencatenummer 02495) in het oosten van de polders afgedamd en bemalen door een kleine schepradmolen, die uitsloeg op de Noordeindse plas. De reden voor de afdamming was dat de grote poldermolen in het zuiden van de plas stond en er bij zuidwestelijke wind wateroverlast in het noordoosten ontstond. Dit gedeelte van de polders werd De Afdamming genoemd, en het schepradmolentje De Verbetering.
Later werd de Adamming nog uitgebreid met landerijen in Noordeind, ten zuiden van de Geerweg.

1906: In 1906, bij het uitkomen van het deel Rijnland van T.de Mattos was dit molentje nog aanwezig. 

1930: In april 1930 werd de wipmolen gesloopt en een Herkules windmotor geplaatst. 

Bronnen:
- "Rijnland", T. de Mattos, 1906.
- "Uit de geschiedenis van een Rijnlandse polder (De Noordeind- en Geerpolder onder Ter Aar en Leimuiden)" door Mr. S.J. Fockema Andreae, in Jaarboekje Leiden en Omstreken 1960. Met dank aan H. van der Kaay.
- "Het slachtoffer voor de Veendermolen", art. door J.S. Bakker in Molenwereld no. 12, dec. 2004.