bouwjaar
bestemming

Bemalen van het gebied Spengen, Kockengen en Teckop, thans op vrijwillige basis

molenmaker
B. van Walderveen, Tienhoven (1841).
omwentelingen
eigendomshistorie

De Stichting De Utrechtse Molens is eigenaar sinds 1963; daarvoor was dat de polder Spengen. 

geschiedenis

De huidige molen is gebouwd in 1841 nadat een voorganger in de nacht van 8 op 9 mei dat jaar was afgebrand.
De nieuwe molen kreeg een scheprad naar de ideeën van Jan Blanken Jansz., vaak "het vereenvoudigd stelsel" genoemd. Hier bestond dat uit een ijzeren tandkrans, rechtstreeks op het scheprad aangebracht en aangedreven door een eveneens ijzeren bonkelaar.
Het bleek volstrekt geen succes: na 10 jaar tobben heeft men de molen omgebouwd tot een 'normale' schepradmolen. Dit voldeet wel, al bleven er problemen met het metselwerk boven de (toen gedempte) waterloop van het 'vereenvoudigde' scheprad. Dit laatste zou pas in 1987(!) definitief worden opgelost. 

Tot 1962 bleef de molen voor bemaling van de polder Spengen in gebruik. In 1963 kwam de molen in bezit van de Stichting De Utrechtse Molens. Zeer lang, van 1915 tot 1960, was Dirk Blom hier molenaar. 

In de jaren 1985/1986 onderging de molen een ingrijpende restauratie. Tevens werd de molen opgevijzeld en rechtgezet. Tot die grote restauratie had de molen een vangstok i.p.v. een evenaar; deze laatste constructie bleek evenwel de originele en is toen ook weer aangebracht.

Was de molen daarmee constructief gezien weer helemaal in orde, waterstaatkundig moest er nog iets noodzakelijks worden verricht. Bemaling van deze (gezamenlijk) 1150 ha. grote polder werd na ca. 1965 een steeds groter probleem door de peilverlaging, gecombineerd met de inklinking van de veengrond. Hierdoor was de tasting van het scheprad sterk verminderd: rond 1980 bedroeg die nog maar 20 cm.
In 2011 was het zover: men heeft toen de wateras 32 cm. laten zakken en de diameter van het scheprad met 46 cm. vergroot. Tegelijk werden de bladen versmald van 52 naar 33 cm. terwijl ook het afschot werd aangepast. Na deze ingreep bedroeg de tasting ongeveer 70 cm. Zo was deze molen na tientallen jaren van veel te weinig water weer echt voor zijn taak als poldermolen berekend. 

Eind 2021 heeft men deze molen, net als de meeste andere van de SDUM, preventief stilgezet: onderzoek naar de kwaliteit van de roeden had in de provincie Utrecht vrij veel problemen aangetoond. Niet veel later bleek met deze molen veel meer aan de hand dan alleen de roeden: zo waren boventafelement en onderzetel ernstig aangetast door de bonte knaagkever en verkeerde ook de trap overwegend in slechte staat. 

In mei 2023 begon men met een ingrijpende herstelklus, waarbij vervanging van de roeden niet eens hét ding was. Na omhoogbrengen van het bovenhuis, waarbij die onderzetel vrijkwam, bleek pas hoe desastreus het ongedierte daar bezig was geweest: vrijwel alles moest worden vervangen. 
Eind september was het werk in zoverre gereed, dat men het bovenhuis weer op de geheel vernieuwde onderzetel kon laten zakken. Inmiddels was het metselwerk van de waterloop ook hersteld.
6 februari 2024 arriveerden beide nieuwe roeden bij de molen, op 15 februari stak men de buitenroede. De binnenroede, die toen nog vervangen moet worden, diende daarbij als houder van de takels.
Op 21 februari ging de oude binnenroede eruit en werd de nieuwe gestoken. 
Omdat het niet mogelijk was, met een grote kraan bij deze molen te komen, ging alles hier op de ouderwetse manier, dus met takels en lier. 
Nadat al eerder was proefgedraaid, kon deze molen op 16 maart 2024, na ruim 2 jaar stilstand, weer draaien en ook malen.

Evengoed bleek al snel dat men hier tóch niet klaar was: begin juni, net na het uitgassen van de wipmolen te Breukelen, was deze molen aan de beurt. Op 10 juni 2024 kreeg 'Spengen' de geel-groene jas aangetrokken, waarna deze via gassen ontdaan werd van de - hardnekkige - bonte knaagkever. Pas daarna was de molen weer écht maalvaardig! 

Opmerkelijk is de zeer oude Fyenoord-bovenas uit 1841, nog zonder waterhol.