- bouwjaar
-
1672 verbrand, ca. 1673 herbouwd
- verdwenen
-
1884 bovenhuis verwijderd 1910 romp gesloopt
- geschiedenis
-
1490: 's-Gravesloot had reeds in 1490 een watermolen. Deze molen, die vlak bij het Fort Kruipin stond,
12-10-1672: In de nacht van 12 oktober 1672 verwoest bij zware gevechten tussen de Fransen en de troepen van de Prins van Oranje.
1687: In 1687 wordt vermeld dat Jacob Claasz Plomp molenaar was op de inmiddels herbouwde molen. Hij was tevens de herbergier van het gerechtshuis, de herberg Kruipin.
Na zijn overlijden was zijn opvolger van 1702 tot 1710 zijn neef Cornelis Jansz Geesdorp, en daarna nog een jaar zijn weduwe. Van 1711 tot 1728 bedienden Evert Keyser en zijn weduwe de molen. In 1780 werd Hannes Vermeulen molenaar, gevolgd 1802 door Albert Verhoef, 1839 Jan Verhoef, en 1882-1884 Johannes Verhoef.
Vanaf 1786 bemaalde de molen tevens de Polder het Oudeland en Tournooisveld (Tenbruggencatenummer 08048).
Op de kaart van Jan Janszoon Dou en Steven van Brouckhuizen uit 1647 staat de molen als Gravesloots molentge vermeld. Aangezien de molen in 1818 een vlucht van bijna 27 meter had, zal hij na de samenvoeging van beide polders mogelijk zijn vernieuwd en vergroot.
In 1884 werd 's-Gravesloot verenigd met Kamerik Mijzijde en namen diens molen (Tenbruggencatenummer 01214 o) en stoomgemaal de bemaling over.
Het stoomgemaal Kamerik Teylingens werd in 1871 gebouwd, en dreef een houten scheprad aan, zie de externe verwijzing voor meer informatie.
Bronnen:
- De molen van 's-Gravensloot door N. Plomp, in Heemtijdinghen, orgaan van de Stichts-Hollandse Historische Vereniging, 1979-4.
- Molens in het Stichts-Hollands grensgebied door E. Stoop, in Heemtijdinghen september 1991. Molen nr. 1101. Beide met dank aan H. van der Kaay.
- Een rosmolen voor polderbemaling in 1773, art. door Jan Hofstra in Molinologie nr. 41, 2014.
MHO