Al in 1404 is er in de leenakten van Gelder sprake, dat Johan van der Dunck "den wind tot Sevenem ontfengt" waaruit blijkt dat hij het alleenrecht had om een graanmolen te expoiteren. Voor 1670 waren de heren van kasteel De Donck in het bezit van een molen op dezelfde plaats.
De standaardmolen aan de Molenstraat tegenover de boerenbond dateerde, naar verluidt, van 1670. De kasteelheren van Horst waren eigenaar.
In 1916 werd het gebouw door de boerenbond aangekocht.
De laatste molenaar was Jan van de Pasch, mulder Jan genoemd. eertijds werd het maalloon in natura geheven, 1 schep per zak meel.
De molen kon uiteraard alleen worden gebruikt als het woei, vandaar dat ook vaak 's zondags en 's nachts werd gewerkt. Bij stormachtig weer diende de molenaar te waken.
Bij speciale gelegenheden, zoals kermis, ruiterfeest of begrafenis, stonden de wieken in een aparte stand.
Omdat de molen in slechte staat verkeerde, werd deze in 1923 afgebroken.
Bron: "Oud Sevenum in beeld", Jacques Janssen.
I. Steeghs.