bouwjaar
>
verdwenen
gesloopt
geschiedenis
Het kasteel en de molen stonden aan het Moleneind bij de (Grote) Molenbeek die ook de kasteelgracht van water voorzag. De watermolen was van hout en als koren- en schorsmolen ingericht. De oorspronkelijke molen die dichterbij de weg naar Wanssum stond, was de banmolen van de heerlijkbeid Meerlo.

In 1856 was de graanmolen eigendom van de douairière baronesse De Cocq van Haeften. Het gaande werk werd gedreven door een onderslagrad van 4,34 m in diameter en 71 cm breed.

Voormalig molenaar was: Gerardus Jacobus Laurentius Tax (1880-1964)
Molenaar van de Kasteelmolen, korenmolen - Meerlo (Limburg)

Frans Herman Nab verkocht de kasteelmolen in 1908 aan Gerardus Jacobus en Laurentius Tax.

De molen, die op de linkeroever lag, werd aangedreven door een houten onderslagrad met een middellijn van 5.0 m. en een breedte van 0,71 m. Ook de waterwerken en de sluizen waren geheel van hout.

In de jaren twintig werd de molen stilgelegd. Na de verkoop van de waterrechten bleef het molengebouw tot 1949 in bezit van de familie Tax. Er vond een ruiling plaats, waarna het vervallen gebouw werd afgebroken. Met de Kasteelmolen verdween de laatste houten watermolen in Limburg.

Het kasteel is lang geleden afgebroken, alleen de bijgebouwen en de hoeve zijn overgebleven en kregen de naam 'Het kasteeltje'. Enige jaren geleden werden de gebouwen gerestaureerd en voor een nieuwe functie ingericht.