bouwjaar
verdwenen
gesloopt
geschiedenis
Op 27 augustus 1819 sprak de Staatsraad Gouverneur van Noord-Holland Van Test van Goudriaan met Dijkgraaf en Hoogheemraden van Waterland af, dat zij jaarlijks ƒ 600 schadeloosstelling uitgekeerd zouden krijgen vanwege de aanleg van het Noord-Hollands Kanaal.
Verder, "dat de grote Molen van Purmerland, genaamd de Zuijdmolen, aan haar in vollen en vrije Eigendom zal overgaan, terwijl Purmerland van deze cesfie zal worden schadeloosgesteld, door eene Nieuwe Watermolen, van gelijke capaciteit van ’s Rijks wege te stichten aan het westelijk gedeelte van Den Zuijdpolder, aan de Ringsloot van de Wijde Wormer."

Op 23 mei 1820 werd in het Noord-Hollandsch Coffijhuis op de Kaasmarkt te Purmerend aanbesteed: "het maken van één geheel nieuwe Achtkante Water Molen. Met de leverantiën van alle de daar toe benodigde materialen en arbeidslonen en het plaatse van de molen op de daartoe door het polderbestuur aan te wijzen plaats in de Purmerlander polder". Het bestek omvatte 9 vellen papier.
De bouw werd voor ƒ 15.000 gegund aan Arie Blom, molenmaker wonende te Broek op Langedijk.
Peter de Boer, 30 dec. 2017.

-----
De molen bemaalde met (later) een tweede molen de Polder Purmerland, die door aanleg van het Noordhollands Kanaal in 1822 van de rest van de polder Waterland was gescheiden. Purmerland had een geheel eigen bemaling en een lager peil dan Waterland.
Oorspronkelijk werden de bannen Purmerend (gem. Purmerend) en Purmerland (gem. Ilpendam), die de Zuiderpolder en de Purmerlander polder omvatten, bemalen door de Zuidermolen, een schepradmolen aan de Purmerringvaart. Het rond 1822 aangelegde NH Kanaal werd gemeengelegd met de Polder Waterland, daardoor werden de oostelijke polderdelen van de bemaling afgesneden en ontstond de noodzaak van een eigen bemaling aan de Wormerringvaart, eerst met een en later met twee vijzelmolens. De nieuw gevormde polder werd de Polder Purmerland.

Bron: "De zeeweringen en waterschappen van Noordholland", Mr. G. de Vries Azn., 1864.
-----

De Kibbelaar was de noordelijke van de twee molens van de Polder Purmerland. De andere watermolen was De Jonge Blom, in de volksmond de molen van Muis.
De molen stond in de polder Purmerland, aan de oostkant van de Wijde Wormer ringvaart, in de hoek van de ringvaart en de Wijzend. Hij sloeg uit op de ringsloot.
De Kibbelaar werd gesloopt in 1926. Het laatste molenaarsgezin was dat van Jan en Kaatje van de Broek.
Jan Westerlaken, 24 maart 2005.

In mei 1924 stond de molen al zonder wieken.
Bron: archief Ten Bruggencate.