bouwjaar
herbouwd
1916 / 1933 / 1980 / 1983
bestemming

Het malen van graan op professionele basis

molenmaker
?? (1760) J.C. Quist, Nijmegen (1916) Fa. van Beek, Oude Wetering (1933) Fa. Coppes, Bergharen (1979) Fa. Coppes, Bergharen (1983)
omwentelingen
geschiedenis

Deze molen is in 1760 gebouwd ter vervanging van een in dat jaar verbrande standerdmolen, die eigendom was van Mauritz de Bruyn en Jan Broesterhuysen. Die standerdmolen stond niet op dezelfde locatie, maar vermoedelijk op de stadswal. Op de nieuwe plek verrees een ronde stenen beltmolen.

In 1916 werd, ter verbetering van de windvang, de stenen romp hoger opgetrokken met een cilindrisch gedeelte. Als gevolg daarvan was het wiekenkruis (dat dus niet werd verlengd) niet meer bereikbaar voor behandeling van de zeilen. Daarom werd alles voorzien van zelfzwichting en de staart verlengd. Deze molen bood op die manier een zeer uitzonderlijke aanblik.
Langzaam maar zeker groeide alles uit tot maalbedrijf, hetgeen voor de windkracht slechte gevolgen had: in 1928 werd de molen grotendeels uitgesloopt en verbouwd tot maalderij.

In 1933 werd dit, onder invloed van de crisisjaren (brandstof was duur en wind gratis!) weer gewijzigd, niet in het minst de molen zelf: die kreeg een lage stelling (met behoud van de belt) terwijl onder de stelling - op de belt dus - een pakhuis werd gebouwd. De lange staart werd weer van normale lengte, er kwamen Dekkerwieken en een grotendeels nieuw gaandewerk waarbij, zeer uitzonderlijk voor een bovenkruier, één rechtstreeks door het bovenwiel aangedreven koppel stenen werd aangebracht.

Omstreeks 1955 moet aan het op windkracht malen een einde gekomen zijn: toenmalig molenaar Teunis Jansen overleed en zijn opvolgers kochten een hamermolen.

In 1974 kwam de toen al jaren buiten bedrijf zijnde en vervallen molen in bezit van de gemeente Nijmegen.
In 1978-1979 volgde een ingrijpende restauratie, met daarbij een grote ombouw tot stellingmolen. Zonder pardon heeft men de - nog steeds aanwezige - belt afgegraven!
Naar de geest van die tijd bracht met fokwieken met zeilen aan en kreeg de molen een meer gebruikelijk gaandewerk, met spoorwiel en steenschijven.

Deze situatie was geen lang leven beschoren: op 6 november 1981 werd de nog maar pas gerestaureerde molen door een felle binnenbrand geteisterd, vermoedelijk als gevolg van vonken bij laswerk. Van buiten leek de schade mee te vallen maar het binnenwerk was vrijwel verwoest.

Het heeft twee jaar geduurd voordat de molen hersteld was. Er moest ook heel wat gebeuren: zo heeft men van de stenen romp het door de brand aangetaste bovenste gedeelte geheel afgebroken en daarna weer opgemetseld.

Na dit grote herstel kwam de molen opnieuw als ambachtelijk maalwerktuig in bedrijf en is dat nog steeds.