- bouwjaar
- bestemming
Vh. het malen van graan, thans buiten bedrijf
- omwentelingen
- geschiedenis
-
Deze molen werd in 1846 in opdracht van R. Mulder gebouwd.
In 1900 liet de toenmalige eigenaar G. v.d. Weerd aan de molen een uitbouw plaatsen, waarin hij een stoommachine neerzette. Deze laatste werd in 1910 door een petroleummotor vervangen. Van deze mechanische onderaandrijving resteren nu nog enkele onderdelen en een (niet meer maalvaardig) tweede koppel stenen op de maalzolder.
In 1931 werd met malen op windkracht gestopt, waarna de conditie van de molen achteruit ging.
Aan het einde van de Tweede Wereldoorlog kende deze molen echter een wat merkwaardige 'opleving': enkele personen probeerden, ongetwijfeld te goeder trouw in die moeilijke tijden, met 'De Hoop' opnieuw op windkracht te malen maar richtten door hun ondeskundigheid voornamelijk schade aan.
Na de oorlog wilde men deze inmiddels behoorlijk kreupele molen voor het dorp behouden. In 1951 volgde dan restauratie door de fa. Beyk uit Afferden. Hierbij werden onder meer andere roeden gestoken, afkomstig uit de voor de sloop opgegeven korenmolen 'Vooruit' te Elshout (nabij Heusden).
Van op windkracht malen kwam echter niet veel meer: de stadsuitbreiding van Arnhem had het aantal landbouwbedrijven rond de molen sterk doen afnemen. In 1966 werd dit min of meer officieel toen Arnhem Elden annexeerde (tot die tijd viel Elden onder de Betuwse gemeente Elst).
In 1977 begon men met een nieuwe restauratie die op Molendag 1978 met een feestelijke opening werd bekroond: kap en wiekenkruis waren vrijwel geheel vernieuwd.
Daarna werd weer op vrijwillige basis graan gemalen maar daar kwam, na het vertrek van de laatste boer uit Elden, een einde aan. Nog steeds draait deze molen zeer regelmatig.
De molen is eigendom geweest van:
R. Mulder (1846 - ?)
Van Est (? - 1888)
G. van der Weerd (1888 - 1924)
Art van der Weerd (1924 - 1973)
Erven A. van der Weerd (1973 - 1975)
Gemeente Arnhem (1975 - heden)
Opmerkelijk: in de kapzolder waren vanouds rondom gaten aangebracht voor het vangtouw. Vanaf de vangtrommel werd via deze gaten een binnenvangtouw tot lagere zolders geleid, zodat er ook binnen gevangen kon worden. Dit lijkt een soort erfenis van de Middeleeuwse torenmolen, want in Zeddam en Werth (D.) is dat ook zo. Voor een 19de-eeuwse bovenkruier als deze is dit echter zeer uitzonderlijk.