Deze polder werd bemalen door drie molens, van west naar oost gezien stonden daar de eerste of Voorste molen, de tweede of Middelmolen en de derde of Achtermolen. Het water werd via een voorboezem op de Vecht geloosd.

De Achterste molen werd in 1633 als binnenkruier gebouwd als vervanger van de oude Grongse molen die 1½ tot 2 km oostelijker stond. De Achterste molen was kleiner en ranker dan de beide andere molens, echter volgens Zeeweringen 1864 hadden de molens allemaal dezelfde vlucht en een zelfde scheprad.

De naam "Dorscheveense en Grongse Polders" werd in 1841 gewijzigd in "Polder Kortenhoef".

Op 22 augustus 1889 ontstond aan een van de Kortenhoefse molens een brandschade van ƒ 240.

In 1891 werd de al min of meer buiten gebruik geraakte Achtermolen door de bliksem geraakt, brandde af en werd niet herbouwd. Men kon zonder de derde molen, omdat door de drooglegging van de Horstermeer veel water uit de Polder Kortenhoef daarheen wegkwelde.

Nieuws van den Dag, 25 okt. 1894:
"IJzeren Molenas.
Te Koop aangeboden: een zoo goed als nieuwe IJzeren Molenas met daarbij behoorende Vulingsstukken en Steenen, lang ruim 6 M. van voorkant Steen tot achterkant Pen, vervaardigd aan de Fabriek "de Prins van Oranje", te 's Hage. Adres de Secretarie van den Polder Kortenhoef."

In 1942 onderging de Middelste molen hetzelfde lot en brandde geheel af.
De Voorste molen bestaat nog en wordt tegenwoordig meestal 'Gabriël' genoemd.