- bouwjaar
- herbouwd
- 2002
- bestemming
Bemalen van de Sluispolder, thans op vrijwillige basis
- molenmaker
- Onbekend (1575) Fa's. Anbo, Poland en Vaags (2002)
- omwentelingen
- geschiedenis
-
De windbemaling moet in dit gebied al in de eerste helft van de 16de eeuw zijn ingevoerd. Op een kaart uit omstreeks 1540 staat op ca. 0,4 km zuidelijk van de huidige molen een wipmolentje aangegeven. Het noordelijke deel van de huidige Sluispolder was toen naar het schijnt nog niet onder bemaling gebracht, hetgeen een verklaring zou kunnen zijn voor de standplaats.
In deze situatie zal verandering zijn gekomen als gevolg van de droogmaking van de Egmonder- en Bergermeer rond 1565. Op een kaart uit het midden van de 17de eeuw staat de molen als binnenkruier aangegeven op de huidige noordelijker gelegen plaats.
Uit de constructie kan worden afgeleid dat de molen na te zijn gebouwd ooit een keer geheel gedemonteerd moet zijn geweest om daarna (vermoedelijk op een andere plaats) weer te worden opgebouwd. Verder vertoont hij kenmerken die op een vrij hoge ouderdom wijzen. Het is mogelijk dat de huidige molen nog op de zuidelijker gelegen plaats is gebouwd, maar later noordwaarts is verplaatst. Bij die gelegenheid moet dan de onderste bintlaag zijn aangebracht.
De molen was tot 1926 in vol bedrijf. In dat jaar werd een Ericsson-installatie (elektrische hulpaandrijving d.m.v. schijfloop op het scheprad) aangebracht, waarna van de windkracht weinig gebruik meer is gemaakt. Omdat in 1944 de stroomvoorziening dreigde uit te vallen werd de molen snel weer maalvaardig gemaakt. Dit duurde evenwel maar kort: vanweg een onbetrouwbare roede volgde buitenbedrijfstelling.
In 1948 werd het scheprad vervangen door een elektrisch aangedreven vijzel. Vervolgens sleet de molen jarenlang zijn dagen als statisch object en weekendverblijf. Alleen als de molen als seinmolen voor de Schermerboezem nodig was, ging het wiekenkruis rond.
Pas in de loop van de jaren '80 werd de molen weer regelmatig in bedrijf gesteld door vrijwillige molenaars, evenwel in niet-maalvaardige staat. Geleidelijkaan werd de molen in eigen beheer opgeknapt en raakte in steeds betere doen.
In de nacht van 17/18 november 2001 raakte de molen door brandstichting zwaar beschadigd. De eigenaar, het waterschap Het Lange Rond, nam de herbouw snel ter hand: iets meer dan een jaar later stond er weer een maalvaardige molen.
Het achtkant kon na de brand nog worden gebruikt; de kap moest grotendeels worden vernieuwd; alleen penbalk en windpeluw zijn na de brand hergebruikt, evenals de maanijzers en de sabel van de vang. De bovenas was zwaar aangetast en brak, eenmaal gestreken, op de grond in drie stukken. Daarentegen hoefden beide Bremer-roeden alleen maar te worden gerepareerd.
Jammer genoeg werd bij de brand de inmiddels antiek te beschouwen elektrische Ericsson-installatie uit 1926 totaal vernield. Het was de allereerste (en dus oudste) in Nederland.
De oude seinlamp, tot de opheffing van het seinsysteem in 1981 verplicht in de molen aanwezig, bleef wél bewaard.
In de loop van 2018 heeft men beide roeden, na ruim 55 jaar, afgekeurd waarna nieuwe werden besteld. In januari 2019 werden de oude roeden kaalgezet en vervolgens gestreken. Op 30 januari stak men de nieuwe.