bouwjaar
verdwenen
afgebroken
geschiedenis

De concessie tot het bedijken van de polder Waard en Groet werd verleend bij 's Konings besluit van 5 juli 1843 no. 42, aan de Maatschappij tot inpoldering en bebouwing van de Waard- en Groetgronden. De voorwaarden werden vastgesteld door de Minister van Binnenlandse Zaken bij resolutie van 2 augustus 1843.  Door het Kolhornerdiep wordt de polder in twee delen gescheiden: de Waard(polder) en de Groet(polder). 

De Waardpolder werd bemalen door een vijzelmolen, uitslaand op het Waardkanaal.

In 1879 werd er naast de molen een stoomgemaal gebouwd. Op de topografische kaart van 1907 staat de molen nog wel aangegeven naast het gemaal.

In 1936 werd de Waardpolder bemalen door een draaistroom-elektromotor van 85 pk, gekoppeld aan een centrifugaalpomp, opbrengst ca. 80 m3 per minuut.

Bronnen:
- "De zeeweringen en waterschappen van Noordholland", Mr. G. de Vries Azn., 1864.
- "De zeeweringen en waterschappen van Noordholland", tweede uitgaaf, Jhr. Mr. J.W.M. Schorer, 1894, met dank aan H. van der Kaay.
- "De zeeweringen en waterschappen van Noordholland", derde uitgaaf, D. Kooiman, 1936.
-----
"Het polderbestuur 'Waard en Groet' besloot de beide molens wegens invoering eener electrische bemaling te slopen."
Artikel in Algemeen Handelsblad, 27 maart 1928.
Nico Varkevisser, 15 feb. 2013.

Het Waardkanaal ontstond bij de inpoldering van de Wieringermeer en toen was de molen al gesloopt. De molen sloeg uit op een voorboezem in de vorm van een kanaal aan de binnenzijde van de zeedijk van de Waardpolder. Daartoe lag tussen het kanaal en de eigenlijke polder een kade van ca 1 meter plus NAP. Dat kanaal stond in verbinding met het Kolhornerdiep en via het Kolhornerdiep werd er dus uitgewaterd. Dit verklaart ook dat het gevonden fundament van de molen niet op of aan de (zee)dijk van de Waardpolder ligt, maar circa 100 meter westelijk daarvan. Van de voorboezem resteren de plassen aan de binnenzijde van de dijk.

Informatie van Wim Edelman, 10 december 2023