bouwjaar
verdwenen
gesloopt
geschiedenis

Aan de Molendijk te Hedel stond tot 1932 een gesloten standaardmolen. Deze molen behoorde vroeger aan de Baronie of Heerlijkheid Hedel en ging, na Gelders Domeingoed te zijn geweest, in particuliere handen over.

In de rentmeestersrekeningen van de heerlijkheid Hedel, berustend in het gemeente-archief van Bergen op Zoom, vonden we als pachter van de molen te Hedel in 1628 Jan Goyaerts van Oosterwijck. Hij had deze molen voor zes jaren gepacht, waarvan reeds vier jaren verlopen waren, voor de jaarlijkse pachtsom van 205 gulden.
In 1655 was Geurt Jansen pachter van de wind- en rosmolen te Hedel, waarvoor hij per jaar 360 gulden aan pacht betaalde.
(Volgende toevoeging van mij, Frans Roelvink: In 1747 pachtte Jan Nefkens de wind- en de rosmolen voor vier jaar voor een bedrag van resp 680 en 85 gulden).

Op de 12e van de zomermaand 1806 kocht Huijbert Nefkens van de rentmeester van de Gelderse Domeinen, Peter de Roock, de korenwindmolen en rosmolen te Hedel. Zijn schoonvader, Peter Zwijsen, molenaar te Berlicum (FR: op de molen van Broekhoven, eveneens verdwenen) en voordien op de molen aan de Ram te Kerkdriel, bleef borg voor hem.

In het begin van deze eeuw (FR: moet zijn, vorige, is twintigste eeuw) was Hendrik Huiskes eigenaar van de fraai gelegen Hedelse molen. De laatste eigenaar, Arie Quik [?], liet de molen in 1932 slopen [?]. Het was een van de meest gefotografeerde molens van de Bommelerwaard.

Bron: J. van Heeswijk, Verdwenen molens uit de Bommelerwaard, in: Tussen Voorn en Loevestein, augustus 1977.
F. Roelvink.