- bouwjaar
- bestemming
Het malen van graan, thans op vrijwillige basis
- molenmaker
- M. Noordewier, Niezijl (1899)
- afkomstig van
- voorganger
- omwentelingen
- geschiedenis
-
De molen werd in 1899 in opdracht van R. Kruisinga gebouwd door molenmaker Menne Jacobs Noordewier, dit als opvolger van een te klein geworden achtkante bovenkruier uit 1743.
De molen was niet nieuw: Noordewier verwerkte de net gesloopte oliemolen uit zijn woonplaats Niezijl hier vrijwel geheel in. Zeer opvallend is de hoge vierkante onderbouw, logisch voor een oliemolen, waarbij op de begane grond altijd relatief veel ruimte nodig is.
Op 3 maart 1914 kocht Jan Wierenga, afkomstig van Opwierde, gem. Appingedam, deze pel- en korenmolen van Roelf Kruisinga. Later bracht hij de molen onder in een vennootschap onder firma met zijn broer Alko. Jan Wierenga overleed echter al op 11 mei 1937, slechts 54 jaar oud. De firma werd ontbonden en Alko ging alleen verder.
Op 4 augustus 1950 werd de molen onderhands verkocht aan Cornelis Verboom, molenaar te Bodegraven. Deze verruilde in 1957 de molen en wat daarbij hoorde tegen een behuizing met erf en tuin nabij de Westerhornerweg te Grijpskerk, met Louw de Wit, fouragehandelaar te Grijpskerk. Deze werkte nog bijna vijf jaar met de molen en verkocht deze vervolgens in 1962 aan de toenmalige gemeente Grijpskerk.
In 1963/64 werd voor ƒ 24.137,50 een restauratie uitgevoerd.
In 1974/75 werd een nieuwe restauratie uitgevoerd, waarbij met name het wiekenkruis werd gewijzigd: de zelfzwichting, op de binnenroede bovendien met dwarskleppen, kwam geheel te vervallen en werd teruggebracht tot Oud-Hollands met zeilen. Eigenlijk onbegrijpelijk gezien de tijdgeest, waarin men al steeds vaker besloot wiekverbeteringen te handhaven en helemaal bij deze molen, die vanaf de bouw zelfzwichting had gehad.
Een opmerkelijk constructiedetail: het bovenwiel heeft zes plooistukken, waarbij de kruisarmen op 45 graden zitten ten opzichte van het wiekenkruis.