- bouwjaar
- bestemming
Het malen van graan, thans op vrijwillige basis
- molenmaker
- Hendrikus ten Have, Mensingeweer (1862)
- omwentelingen
- eigendomshistorie
De stichting Het Groninger Landschap is eigenaar sinds 1-1-2007
- geschiedenis
-
De molen werd in 1862 in opdracht van G. Wiertsema Elema door molenmaker Hendrikus ten Have (uit Mensingeweer) gebouwd.
In 1903 werd de molen verbeterd door het aanbrengen van zelfzwichting. De steen uit 1903 herinnert daar nog aan: het echtpaar Geertruid Nienhuis (1841-1912), molenaarsdochter uit Garsthuizen en Jan Tammes Huizinga (1841-1935), pelmolenaar te Eenrum, lieten deze van hun initialen voorzien. Jan Tammes Huizinga werd 93 jaar oud. Zijn (ongehuwd gebleven) zoon Geert werd in 1935 opvolger, maar deze kon de molen en het leven blijkbaar niet aan: op 3 december 1937 verhing hij zich in de molen.
Nog in datzelfde jaar werd de molen verkocht aan molenaarsknecht Klaas Brouwer. Deze raakte echter in een faillissement, waarop de molen in 1940 werd verkocht aan Lukas Graver. In 1949 volgde opnieuw verkoop, voor ƒ 5000,--, aan Berend Diekmann.
Deze Berend Diekmann was - op zijn zachtst gezegd - ietwat omstreden: hij stond ter plekke bekend als "Berend Braand". Eind september 1954 was hij opgepakt en werd op het politiebureau te Warffum verhoord. Op 6 oktober meldde hij vanuit het Huis van Bewaring dat zijn molen niet stormvast was weggezet; dit met een storm in het vooruitzicht.
Vermoedelijk is Diekmann niet schuldig geweest aan het opzettelijk op gang brengen van zijn molen onder hachelijke omstandigheden, maar feit is dat op 6 oktober 1954 de molen tijdens een vliegende storm op hol sloeg. Door de enorme snelheidsontwikkeling slingerden beide pelstenen dwars door de muren naar buiten (bij pelmolens is 'een steen door het blik' zeer gevreesd, juist omdat pelstenen vanwege hun functie nooit klembanden kunnen hebben).
De gealarmeerde jonge molenaar Geert Spoelman uit Mensingeweer en brandweerman Jan Willemsen kregen de molen met veel moeite tot stilstand. Zo moesten zij ongeveer van binnenuit naar de stelling toeklimmen, omdat de trappen (door de ontspoorde pelstenen) deels verwoest waren. Eenmaal op de stelling zagen zij kans, de molen uit de wind te kruien. De vang vonkte al die tijd behoorlijk en tot de dag van vandaag zitten de brandsporen op het bovenwiel!
In 1955 werd de toenmalige gemeente Eenrum eigenaar en liet hem in de jaren 1957/58 door molenmakerij Bremer uit Adorp herstellen. In het eerste Groninger molenboek (1958) is nog een behoorlijk gehavende molen te zien. Na deze restauratie werd de molen als gemeentewerkplaats en -opslag gebruikt en stond verder stil.
In 1980/'81 volgde een restauratie waarbij de molen maalvaardig werd en waarna ook weer geregeld werd gedraaid. Maar in de jaren '90 ging het niet meer, vooral omdat beide voeghouten slecht werden. Na enige jaren stilstand werd in 1995 de kap grotendeels vernieuwd. In 1997 is onderin een permanente expositie over het bakkerijbedrijf ingericht, inclusief winkeltje en bakkerij. De geheel gerestaureerde molen werd 29 april 1998 feestelijk geopend.
In mei 2006 werd een nieuwe binnenroede gestoken en ook de lange spruit vervangen. Op 10 juni kon de molen weer draaien.
Maar opnieuw kon deze molen niet onder ingrijpend herstel uit: op 30 september 2013 zijn beide roeden gestreken en is de kap van de molen gehaald voor groot herstel aan boventafelement en de koppen van de achtkantstijlen. Op 22 januari 2014 zijn kap, roeden en staartwerk teruggeplaatst. Daarna werd gewerkt aan het maalvaardig opleveren.
In januari 2025 ging de buitenroede eruit en werd meteen doorgeslepen; een nieuwe roede is nog niet in beeld.