In 1852 werd de molen gebouwd door Simon Medum (overl 1855)

In 1855 werd een bakkerij en winkel verkocht voor f 8455,--

04-01-1856: Groninger courant
Mr. H. van Bolhuis, Notaris en Procureur te Leens, zal, ten verzoeke van de Wedw. en Erven S.A. Medum, te Zoutkamp, op Vrijdag den 11den Januarij 1856, des avonds te 5 uur, ten Huize van J.A. de Boer, te Zoutkamp, publiek te Koop presenteren: 
Een in den jare 1852 geheel nieuw gebouwden, welbeklanten Pel- en Roggemolen, met deszelfs ERF, jaarlijks tot huur zullende doen f 4--99, staande en gelegen te Zoutkamp.
Mr. H. van Bolhuis.

11-01-1856: Tijdens een publieke veiling werd deze molen op 11 januari 1856 aangekocht door Rijpke Goossens Kolk; gehuwd met Tietje Buitjes. 

08-01-1881: Kolk overleed op 27 mei 1874 waarna zijn weduwe en erven de molen in een advertentie van 8 januari 1881 te koop aanboden. 
Voor ƒ. 2.825,-- werd de ‘pel- en korenmolen, staande en gelegen op den dijk te Zoltkamp’ verkocht aan Harmannus Dijk, pelmolenaar en bakker te Munnekezijl, die verklaarde ‘te hebben geboden voor Jan Balkema, bakker en mulder, wonende te Oldekerk’.

18-05-1906: Het gezin Balkema, bestaande uit zes kinderen, vertrok vanuit Zoutkamp op 18 mei 1906 naar Haren.  Bij notariële akte d.d. 5 maart 1906 had Jan Balkema zijn molen voor ƒ. 5.400,-- verkocht aan Hendrik Nienhuis, wonende te Hornhuizen, die verklaarde ‘mede te hebben gekocht voor en namens zijn aanstaande echtgenote Trientje de Boer te Zoutkamp'.

Hendrik Nienhuis overleed op 30-07-1932 te Groningen. Zijn oudste zoon Onne stond nu voor de moeilijke taak om – samen met zijn moeder – het mulderbedrijf in Zoutkamp draaiende te houden. Vooralsnog werd het bedrijf dan ook voortgezet voor rekening van Trientje Nienhuis-de Boer als weduwe.

07-09-1933: *Middelburgsche Courant,  p.3/6 
FELLE BRAND IN KORENMOLEN. 
Donderdagmorgen brak een felle brand uit in den koren- en pelmolen van de firma N. te Zoutkamp. Het vuur breidde zich zoo snel uit, dat de brandweer van Zoutkamp, die vreesde dat ook de naast den molen gelegen huizen in vlammen zouden opgaan, de assistentie vroeg van de Groninger brandweer. Toen deze reeds haverwege Zoutkamp was genaderd, kreeg zij evenwel bericht, dat de brandweer van Zoutkamp er in geslaagd was 't vuur tot den molen te beperken, zoodat zij kon terugkeeren. De molen is geheel uitgebrand. De omliggende huizen kregen aanmerkelijke schade. De oorzaak van den brand is onbekend. 

07-09-1933: De Tijd : godsdienstig-staatkundig dagblad
MOLEN AFGEBRAND Groote schade aan de omliggende huizen
Hedenmorgen is een felle brand uitgebroken in den koren- en pelmolen van de firma Nienhuis te Zoutkamp. Het vuur breidde zich zóo snel uit, dat de brandweer van Zoutkamp, die vreesde, dat ook de naast den molen gelegen huizen in vlammen zouden opgaan, de assistentie vroeg van de Groninger brandweer. Toen de brandweer van Groningen reeds halverwege Zoutkamp was gekomen, kreeg zij evenwel bericht, dat de brandweer van Zoutkamp er in geslaagd was, het vuur tot den molen te beperken, zoodat zij kon terugkeeren.
De molen is geheel uitgebrand. De omliggende huizen kregen aanmerkelijke schade.
De oorzaak van den brand is onbekend

Nauwelijks veertien maanden na het overlijden van Hendrik Nienhuis werd een flinke klap aan dit Zoutkamper molenaarsbedrijf toegebracht. Op de 7e september 1933 stond de molen ’s ochtens al voor achten in lichter laaie en brandde tot de grond toe af.

24-02-1934: Nieuwsblad van het Noorden 

AFBRAAK van een koren- en pelmolen bestaat uit ijzeren roeden plm. 21 Meter, ijzeren a.s, zelfzwichters, staart met schoren, mooie lier en goede Pelsteenen alles in besten staat enz. enz Te bezichtigen bij D. NIENHUIS, Hornhuizen, verder bij P. BOLT Zoutkamp.

1945: Na die fatale brand werd de molenaarszaak in een geheel nieuw pakhuis voortgezet. 
Kort na 1945 werd Onne Nienhuis (1906-1996) de feitelijke eigenaar; omstreeks die tijd had hij de zaak van zijn moeder gekocht. Ook dat pakhuis bestaat nu niet meer.

In de jaren zestig werd de dorpskern van Zoutkamp gesaneerd, waarbij ook dat pand diende te verdwijnen. Na enkele jaren van vele onderhandelingen met de toenmalige gemeente Ulrum werd het bedrijf in 1969 uiteindelijk verkocht en viel genoemd pakhuis ten prooi aan de slopershamer. Een gezichtsbepalend pand verdween daarmee uit Zoutkamp/gem. Ulrum; sinds 1990 gemeente De Marne.

Informatie Geert Nienhuis, 10 november 2010