bouwjaar
verdwenen
verbrand
geschiedenis
Het veenkoloniale dorp Wildervank kende ooit maar liefst vier grote oliemolens. Omstreeks 1890 waren deze oliemolens, op één na, door verschillende oorzaken alweer verdwenen. Op 1 augustus 1901 ging bij het Batjeverlaat bij Bareveld de laatste oliemolen van Wildervank in vlammen op. In het dorp en de directe omgeving woonden inmiddels als enkele fotograven. Toch werd deze forse oliemolen waarschijnlijk nooit op de gevoelige plaat vastgelegd. Althans, niet dat we weten. De molen werd gebouwd in 1855 voor Luitje Jurjens de Boer. Nog geen jaar later, na opheffing van het belasting op het gemaal besloot hij de molen ook in te richten als koren- en pelmolen. Al vrij snel werd de molen, om de windkracht beter te kunnen benutten, uitgerust met zelfzwichting op beide roeden. Ondanks deze verbetering werd er in 1884 toch gekozen voor stoom als hulpkracht. Volgens overlevering was het een stoommachine van ongeveer 20 pk. De machine werd vooral ingezet als hulpkracht en het wiekenkruis bleef tot de catastrofale brand van 1901 intact.

Niets herinnert meer aan deze olie-, koren- en pelmolen, zelfs geen plaatje. Wel zou volgens omwonenden van het Batjeverlaat te Wildervank nog wel ergens een enorme kelder in de grond zitten, maar ook dit is van horen zeggen.

jnjv, bron; de Nieuwe Zelfzwichter 03 - 2004 H.A. Hachmer