- bouwjaar
- bestemming
Vh. het malen van graan, thans buiten bedrijf
- voorganger
- omwentelingen
- eigendomshistorie
De SIMAV is eigenaar sinds 1-01-2017, daarvoor was dat de gemeente Gorinchem sinds 1951.
- geschiedenis
-
Een jaar nadat de molen bij de Arkelpoort tot een stellingmolen was verbouwd, werd ook op het Dalembolwerk de houten molen vervangen door een stenen exemplaar.
De zoon van de molenaar was blijkbaar onder de indruk; hij kraste met een mes de volgende woorden in een balk: "Dese mole is aan - het male gegaan den 19 july 1764. Pieter van de Wiele". Molenaar Van de Wiele en zijn familie hadden de molen op het Dalembolwerk lange tijd voor de helft in bezit.
In 1840 verkocht de weduwe van Frans van de Wiele haar aandeel aan korenmolenaar Theodorus Heijmans, die nog geen jaar later de andere helft ook wist te verwerven. Daarna kocht een koopman uit Ter Aar de molen en een paar jaar later werd korenmolenaar Jan de Groot eigenaar.
Deze laatste deed de molen in 1865 voor ƒ 3000,-- over aan de Werkendamse molenaar Arie van der Steenhoven.
Vervolgens is een rentenier uit Den Bosch eigenaar geworden. Deze verhuurde zijn molen aan Hendrik Stellaart voor ƒ 500,-- per jaar. Hoewel de huurtijd nog lang niet was verstreken ging de molen - die toen nog altijd naamloos - in 1871 alweer in andere handen over. Leerlooier Antonie Jacobus van de Water kocht hem voor ƒ 6000,-- onder voorwaarde, dat de huur aan molenaar Stellaart zou worden gecontinueerd. Acht jaar later verwierf laatstgenoemde (die dus al geruime tijd op de molen werkzaam was) de molen voor ƒ 9000,--. Eerst toen was sprake van een naam, namelijk "De Hoop". Stellaart hield de molen tot 1893 in bezit, daarna deed hij zijn zaken over aan Teunis de Jong. Vijf jaar later wisselde "De Hoop" opnieuw van eigenaar; Adrianus Oskam kocht hem.
Hij was het die in 1900 een gasmotor van 18½ pk installeerde om bij windstilte toch te kunnen werken. Nu kon hij zelf uitmaken wanneer hij graan wilde malen en was hij niet meer voor zijn broodwinning volledig afhankelijk van de wind. Het kwam dan ook voor, dat bij gunstige wind de molenaar en zijn knechts dag en nacht in touw waren om zo veel mogelijk van de wind te profiteren. Er werkten toentertijd drie personen in de molen. Daarna kwam de molen in handen van Jan de Jager uit Asperen. In 1929 kocht Gilles van Beveren "De Hoop".
Tijdens de Tweede wereldoorlog - 1941 - kwam een actie van de grond om de beide korenmolens die Gorinchem nog rijk was voor verder verval te behoeden. Burgemeester Ridder van Rappard zette zich persoonlijk voor deze zaak in. Het bleef niet zonder effect: dankzij de gelden, door de burgerij bijeengebracht, kon herstelwerk aan De Hoop en de Nooit Volmaakt worden uitgevoerd: zo kregen beide molens het systeem Van Bussel op de roeden. Molenmaker Bos uit Almkerk voerde het werk uit. Eén van de roeden, hier gestoken als binnenroede, fungeerde tot die tijd als buitenroede voor de in 1942 gesloopte wipmolen van Breukelen-Proosdij.
Op 19 september 1942 werden de twee korenmolens van Gorcum (met gepast feestelijk vertoon, het was oorlog) weer in bedrijf gesteld.
Tijdens een bombardement op 4 november 1944 explodeerden enkele bommen in de nabijheid van De Hoop. De trillingen veroorzaakten scheuren in het voegwerk en sindsdien was de molen 'lek': spoedig waren enige zolders nagenoeg onbruikbaar. De eigenaar was niet in staat en bereid de kostbare reparatiewerkzaamheden voor zijn rekening te nemen. Zijn standpunt: "Ik maal en de molen haalt mijn eindje wel".
Dat was uiteraard geen waarborg voor behoud en daarom trad het gemeentebestuur in onderhandeling met de eigenaar om de molen over te nemen. In 1951 besloot de gemeenteraad tot aankoop van "De Hoop" voor ƒ 10.000,-- en stelde ƒ 5.000,-- beschikbaar voor herstel. Omdat de molenaar de molen vrij zou mogen blijven gebruiken, zou de koopsom voorlopig niet betaald hoeven te worden. De molen was bedrijfsvaardig, maar draaide niet meer, want in 1949 was een machinale maalinstallatie aangebracht.
Een kostbare restauratie volgde in 1965. In dat jaar werd oud-molenaar Van Beveren tot stadsmolenaar op beide Gorcumse walkorenmolens benoemd. In 1977 volgde Arie van der Plas hem op.
Na een grootscheepse restauratie tussen 1993 en 1995 was de fraaie molen weer maalvaardig. Tijdens die grote herstelbeurt stelde men onder meer vast dat de gietijzeren bovenas een scheur in de kop had. Als gevolg werd deze afgekeurd en moest men een nieuwe laten gieten.
In het najaar van 2019 begon men met een nieuw ingrijpend herstel: met name het metselwerk, is grondig worden herzien: scheuren worden gerepareerd en alles opnieuw gevoegd. De molenmaker bracht een nieuwe staartbalk en korte schoren aan.
In juni 2020 werden beide koppel stenen én regulateurs afgesteld, waarna kon worden proefgemalen.