- bouwjaar
- bestemming
Vh. bemalen van de Dorpspolder Hellouw; thans buiten bedrijf; bezoekerscentrum
- omwentelingen
- eigendomshistorie
Tot 1953 was de molen eigendom van de (dorps)polder Hellouw en vervolgens tot 1974 van het Polderdistrict Tielerwaard.
- geschiedenis
-
Deze molen heeft drie voorgangers gehad: de eerste en tweede werden respectievelijk in 1572 en 1627 door kruiend ijs na een overstroming verwoest; de derde molen brandde op 10 september 1863 af. De huidige molen dateert dan ook uit 1864.
De Achterste Molen bemaalde tot 1947 het lage deel van de polder Hellouw. In 1953, 1967 en 1994 werden restauraties uitgevoerd. Bij de laatste werd de molen weer maalvaardig gemaakt, waartoe een maalcircuit moest worden aangelegd. Reeds lang geleden was deze molen, net als zijn buurmolen, afgesneden van boezemwater en was het niet meer mogelijk, de Dorpspolder Hellouw te bemalen.
Op 3 oktober 2014 werd gestart met een zeer ingrijpende herstelbeurt: beide roeden werden gestreken en het bovenhuis naar beneden getakeld. In het najaar van 2015 was weer sprake van een maalvaardige molen, maar hier bleef het niet bij: de “Achterste” werd verbouwd tot bezoekerscentrum. Hier wordt de bemaling van de westelijke Tielerwaard (de bemaling op de Linge) in beeld gebracht. De woning is teruggebracht in de situatie van rond 1950. In het late voorjaar heeft men deze werkzaamheden opgeleverd.
Het verzakte bakhuisje naast de molen is eveneens opgeknapt. In de molen is ook een installatie aangebracht om elektriciteit op te wekken.
Bijzonder ongelukkig is evenwel, dat deze molen in april 2017 moest worden stilgezet, dit vanwege de nieuwe buitenroede: deze was een zgn. gedeelde roede, een constructie waarvan men inmiddels was teruggekomen.
Een nieuwe roede was vrij snel besteld, begin januari 2018 geleverd en gestoken. Op 15 januari 2018 was de molen weer maalvaardig.
Een opmerkelijk feit uit het verleden: vooral door de sterk wisselende waterstanden van de Linge kwamen overstromingen tot het einde van de 19e eeuw hier regelmatig voor. Niet toevallig werden op deze plek twee eerdere molens verwoest.
Pas toen men meer greep op de beheersing van de rivieren kreeg, werd deze molen (tezamen met zijn buurmolen) bewoonbaar gemaakt: dit moet pas omstreeks 1900 gebeurd zijn. Om diezelfde reden waren de meeste molens hier niet met riet gedekt, maar met hout; riet zou bij langdurige hoge waterstanden gaan rotten; hout zou gemakkelijker overleven dan wel te vervangen zijn.