Volgens Ten Bruggencate was het bouwjaar voor 1850, was het een stenen beltmolen, en is de molen rond/na 1924 verdwenen.
De windmolen van Jansen werd gebouwd in 1859 als koren- en pelmolen. Burgemeester Gerrit Jan van Embden was de eerste eigenaar, Adriaan Vrieze de molenaar.
In 1900 werd een Petroleummotor bijgeplaatst om tijdens windstilte te kunnen malen.
De molen werd in 1926 afgebroken. Volgens overlevering moesten Hein Godschaik (ooit muldersknecht) en Gradus Hellerscheid de romp steen voor steen afbreken en afbikken, waarvoor ze ƒ 4,= per duizend stenen kregen. Andere delen, zoals de roeden, lagen jaren opgeslagen onder een afdak bij huize Rosmulderij van de fam. Rasing, en eindigden tenslotte in de kachel.
Bron, ook van de afbeeldingen: Didamse molens en molenaars. Zes eeuwen molengeschiedenis, Henk Stevens, 2003. Uitg. Oudheidkundige vereniging Didam.