- bouwjaar
- bestemming
Het malen van graan, thans op vrijwillige basis
- molenmaker
- Gebr. Gerritsen, Keyenborg (1856) A. Beckers, Bredevoort (1964) Roald Hans, Vriezenveen (2021/22)
- omwentelingen
- geschiedenis
-
Deze molen werd in 1856 gebouwd en kwam in 1871 in het bezit van de familie Koenders. De verbintenis tussen deze familie en de molen zou uiteindelijk ruim 145 jaar duren.
Tot 1953 bleef de molen in bedrijf. Toen volgde stilstand, omdat een noodzakelijke opknapbeurt niet kon worden gerealiseerd. Vrij snel daarna verkeerden wiekenkruis en kap in slechte staat.
Pas zo'n 10 jaar later was één en ander financieel mogelijk. In mei 1963 begon molenmaker Beckers een restauratie die ongeveer een jaar zou duren.
Het gehele muurwerk voorzag men van een halfsteens klamplaag en, meest in het oog lopend, de nieuwe binnenroede kreeg een zwichtklepsysteem, geïnspireerd op het systeem Ten Have, maar hier toch duidelijk anders uitgevoerd. Een raamwerk ontbreekt namelijk grotendeels: de klep stuit tegen een aan de roede bevestigde lat. Ook is de stroomlijn hier aan de achterzijde van de roede voortgezet, zodat dit beter aansluit op de grote zwichtklep. De schinkels van de zwichtklep zijn hier bovendien aan de voor- en niet (zoals bij Ten Have gebruikelijk) de achterzijde aangebracht. Andere bedoeling van Ten Haves leerling Guus Beckers was het overbodig maken van zeilen: daarom was de buitenroede hier aanvankelijk niet voorzien van kikkers. Heel consequent werd het luiwerk in deze molen in diezelfde restauratiebeurt ontmanteld en vervangen door een elevator.
'De Molenaar' van 16 juni 1964 meldt dat molenmaker Beckers de bovenas niet op windkracht heeft doorboord, maar uit de molen liet takelen, naar zijn werkplaats vervoerde en dáár doorboorde.
Deze ingrijpende restauratie leidde tot een forse opleving van het gebruik van de windkracht: het systeem-Beckers deed het voortreffelijk en met deze molen kon echt worden doorgemalen.
Dit duurde tot in de jaren '90, ofwel zo'n 30 jaar. De stilstand daarna was de molen spoedig aan te zien. Incidenteel heeft men daarna nog wat herstel verricht maar dit had te weinig effect.
De komst van een nieuwe eigenaar in 2017 leidde tot speculaties dat het met deze molen, één van de heel weinige in Nederland waarmee het toen echt slecht ging, toch goed zou komen.
In januari 2021 kwam het bericht dat deze molen geheel gerestaureerd ging worden en toen volgden de gebeurtenissen elkaar snel op: in februari 2021 gingen de roeden eruit, nadat de staart al verwijderd was. Vervolgens heeft men de kap van de molen getakeld en later ter plekke hersteld. Ook zou het metselwerk grondig worden aangepakt.
Op 30 oktober 2021 plaatste men de geheel herstelde kap op de inmiddels weer keurig uitziende romp. Op 28 maart 2022 volgden de nieuwe roeden en kort daarna de ophekking en de zwichtkleppen. Op 4 april maakte de molen zijn eerste rondjes in ruim 25 jaar.
Nadat Hans Titulaer het koppel stenen in orde had gemaakt kon men op 16 september voor het eerst in ruim 30 jaar weer malen.
Na de laatste restauratie is de molen op de buitenroede wél voorzien van zeilen: als de molen onbelast draait zijn zij overbodig, maar wil men malen dan brengt zeil wel degelijk uitkomst. Voornaamste oorzaak van deze verandering moet de verslechterde omgeving zijn: 40/50 jaar geleden had de molen rondom nog haast vrije windvang (en nu niet meer).
Het malen met de grote zwichtklep stuitte in de praktijk overigens nog op problemen: inmiddels (begin 2024) is dit beter afgesteld.
Eigenaren van de molen:
J.W. Kelderman (1856 - 1872)
W. Koenders (1872 - 1902)
A.H. Koenders (1902 - 1937)
W.A. Koenders en familie (1937 - 2017)
H.J.W. Wezendonk (2017 - heden)