- bouwjaar
- herbouwd
- 1977
- bestemming
Vh. het malen van graan, thans buiten bedrijf; galerie
- molenmaker
- ?? (1860) A. Beckers, Bredevoort (1978)
- omwentelingen
- geschiedenis
-
Al in de zeventiende eeuw liet de graaf van Bergh te Etten een standerdmolen plaatsen. Deze oude molen werd in 1932 afgebroken, de huidige Molenstraat ter plaatse herinnert nog aan zijn bestaan.
Desondanks wilde Hendrik Verheij in Etten een tweede molen bouwen. Zijn aanvraag van 23 april 1853 werd op 23 augustus 1853 geweigerd, omdat er geen geschikt bouwterrein aanwezig zou zijn: een molen moest 100 meter van bewoonde huizen worden gebouwd en bovendien was een molen bij een bakkerij van Verheij ook onhygiënisch.
Meer succes had Jan Vos uit Etten. Hij had in De Strik van de familie Wevers een perceel grond gekocht en vroeg op 4 februari 1861 vergunning om daar een molen te mogen bouwen. Gedeputeerde Staten waren het er op 12 maart 1861 mee eens. In 1865 deed de familie Vos de molen over aan Gerhardus Johannes te Boekhorst; na diens dood in 1900 dreef zijn weduwe Gesina Beijer de molen 14 jaar met haar zoon Gerhardus Johannes.
Zoals het met veel windmolens vergaan is raakte ook de Ettense molen door de opkomst van machines in onbruik, waardoor het oorspronkelijke mechaniek in verval raakte. Verder speelde de oorlog hier een rol: omdat de Duitsers in 1945 deze molen als uitkijkpost gebruikten en daarmee het vuur van de Canadezen aantrokken, raakte het bouwsel beschadigd. Na provisorische reparatie werd de molenromp wederom als graansilo in gebruik genomen. De oorlogsschade werd evenwel nooit te volle hersteld: het gaandewerk was niet goed meer bruikbaar.
Toen G.J. te Boekhorst in 1951 overleed, kwam zijn zoon Gerhardus Theodorus te Boekhorst op de molen. Hij was een mulder in hart en nieren en stelde alles in het werk om de molen, die flink verval vertoonde te laten restaureren. De plannen waren in een vergevorderd stadium, toen Te Boekhorst op 16 maart 1972 verongelukte. De meelhandel werd gestopt en voor de molen zag de toekomst er niet rooskleurig uit. Op dat moment stond de molen ook al zonder roeden: die had men in 1968 gestreken als gevolg van het toenemende verval.
In Etten liet men het er echter niet bij zitten en enige inwoners sloten zich aaneen in de Stichting tot Reparatie van de Windmolen. Er werd een concreet restauratieplan opgesteld en overal aan de bel getrokken. Rijksoverheid, provincie en gemeente steunden het Ettense fonds; de twee ton die voor de restauratie nodig was kwam bij elkaar en op 1 april 1978 kon de officiële opening plaatsvinden.
Bij deze restauratie werd de kap van de molen fraai vernieuwd, al werd de dakleerbedekking gewijzigd in een met schaliën. Aan de stenen romp was ook veel werk nodig en er kwamen nieuwe roeden.
De stichting heeft men later omgezet in een stichting, waarin ook de weduwe van molenaar Te Boekhorst, M.B. te Boekhorst-Hermsen een werkzaam aandeel kreeg.
"De Witten" draait regelmatig op de wind, maar gemalen wordt er niet meer: de molen fungeert ook als expositieruimte voor hedendaagse kunstenaars.
Eigenaren van de molen:
J. Vos (±1860 - 1865)
G. te Boekhorst (1865 - 1901)
Wed. G. te Boekhorst (1901 - 1916)
G.J. te Boekhorst (1916 - 1952)
G.Th. te Boekhorst (1952 - 1972)
M.B. te Boekhorst - Hermsen (1972-1990)
Stichting tot Behoud van de Ettense Molen (1990 - heden).