- bouwjaar
- bestemming
Het malen van graan, thans op vrijwillige basis
- molenmaker
- G.J. Vriezen, A. Wamelink (1819)
- omwentelingen
- geschiedenis
-
De molen staat op een terrein, dat deel uitmaakte van de goederen onder kasteel Harreveld. Dit was in de 18e eeuw in bezit van Johanna Magdalena Catharina Judith baronesse van Dorth, die in 1799 wegens haar Orangistische activiteiten door de patriotten werd geëxecuteerd. Haar bezittingen kwamen bij gerechtelijke verkoop in handen van J.J.S. van Raesfelt, geneesheer in Bocholt.
Deze liet in 1819 een molen bouwen. Deze vertoont nog altijd grote technische verwantschap met de - iets jongere - Teunismolen van De Heurne. Vermoedelijk zijn zij door dezelfde maker gebouwd en/of vanaf hetzelfde bestek.
In 1900 schonk Bernardine de Both, kleindochter van Van Raesfelt, haar bezittingen, waaronder de molen, bij testament aan de R.K. parochie te Harreveld. In 1926 werd de molen verkocht aan G.J. Wolterink, die al sinds 1894 daar molenaar was. Van 1937 tot 1951 was de molen in handen van zijn weduwe A.J. Wolterink-Hogenkamp en van 1951 tot 1974 van haar zoon J.J. Wolterink.
Vanaf 1936 (met een onderbreking tussen 1940-1945) werd er tot 1967 elektrisch gemalen.
De molen werd in 1967 geheel gerestaureerd. Hiervoor was de toestand, na ruim 20 jaar stilstand en verval, zeer slecht. Bij dit grote herstel besloot men, de romp met schaliën te dekken, wat op zich een stijlbreuk was: voorheen was deze molen gedekt met horizontale beplanking.
Na deze restauratie gebruikte molenaar J.J. Wolterink de molen weer af en toe en na zijn overlijden (1974) deden vrijwillige molenaars dat.
Op 23 maart 1981 ging het hier goed mis: tijdens het draaien brak onverwacht de bovenas en als gevolg viel het wiekenkruis naar beneden.
De oorzaak van dit ongeluk staat niet precies vast, maar vermoedelijk heeft de vangbalk niet goed in de haak gehangen, is daardoor omlaag gevallen, waardoor de (hoepel)vang ineens om het bovenwiel klemde. De molen draaide op dat moment zeer langzaam, waardoor er ook geen mogelijkheid bestond dat het bovenwiel even kon doorslippen maar de as dus bij de hals afknapte.
Herstel van de schade na deze ramp kwam snel op gang, al was er voor deze grote en onverwachte tegenvaller geen overheidsgeld te verwachten. Maar nauwelijks een jaar na de asbreuk kreeg de Hermien een andere bovenas. Deze was afkomstig van de in 1971 onttakelde (en later geheel gesloopte) korenmolen 'Het Hert' te Rhoon (ZH).
Bij deze gelegenheid is er wel iets veranderd: de borden zijn verbreed en de hekken juist iets versmald. Dan kon er eerder zonder zeil worden gedraaid en zou het risico kleiner worden, was de redenering. Ter demonstratie wordt er veevoer gemalen.
In 2008 en 2009 werden diverse werkzaamheden aan de molen verricht; zo is de korte spruit vervangen en is ook schilderwerk uitgevoerd. Belangrijkste werk was de vervanging van het betonnen dek boven de invaart door, veel fraaier, een gemetselde toog.
In 2016 werd veel werk gedaan aan romp en kap: veel schaliën werden vernieuwd en al het houtwerk opnieuw geschilderd.
De lange schoren zijn hier niet, zoals gebruikelijk, van hout, maar van gelast metaal.