bouwjaar
verdwenen
geschiedenis
De Molen in het Spilbroek

De molen die in het Spilbroek heeft gestaan, stond in de volksmond bekend als “de molen van Schoonhoven”.
Deze naam had hij te danken aan de eerste Needse mulder op deze molen: Peter van Schoonhoven.

De van de Veluwe afkomstige Peter van Schoonhoven gaf zijn baan bij Noury van der Lande te Deventer op en trok naar Neede om er zelfstandig een bedrijf te beginnen.
Hij had daartoe reeds op 2 augustus 1901 een perceel grond gekocht van landbouwer Jacobus Johannes ten Hoopen. Op dit terrein bouwde hij een standerdmolen welke hij in gedeelten uit het Ruhrgebied had gehaald. De molen had zelfs een naam: “Paul Krüger”, iets wat zeer weinig voorkwam.

De molen had eerst een houten onderstel van horizontale kruisbalken op gemetselde funderingsblokken met schuinstaande schoren.
Dit onderstel was door een planken dak afgedekt tot een kleine bergplaats. Tijdens een latere verbouwing is er een stenen bergplaats onder de molen gebouwd.

Lang heeft Peter van Schoonhoven zijn molen niet kunnen laten draaien, want op 21 december 1905 werd door de rechtbank te Zutphen zijn faillissement uitgesproken.
De ongunstige ligging van de molen en de concurrentie van de molen op de Needse berg zullen hier wel mede debet aan zijn geweest.

Een dochter van Peter van Schoonhoven, Hendrika Hermina (geb. 7 november 1893 te Deventer) huwde op 28 juli 1927 met Hendrik Jan Varenhorst (27 december 1885 – 5 juli 1967) mede – eigenaar destijds van de molen op de Needse berg.
Een zoon, ook Peter, overleed in militaire dienst te Amersfoort aan de Spaanse griep

Nadat in 1905 het faillissement was uitgesproken, is op 7 en 21 december 1906 notaris W.J. Verbeek in Hotel Wullink te Neede overgegaan tot respectievelijk inzet en veiling van “de windkorenmolen op den Bleeckenesch”.

Hoogste bieder en eigenaar werd Hendrik Jan Vunderink uit Eibergen voor een bedrag van ƒ 2.119,--. Van de verkoop werd uitgesloten de in de molen staande bascule met gewichten, een schepper, twee lampen en een vat met teer.

Op 21 juli 1911 verkoopt de weduwe van H.J. Vunderink, Arendina Stokkers, de molen aan Gerrit Jan Vruwink, landbouwer te Noordijk.
Nadat omstreeks 1920 de molen tijdens een storm was omgewaaid, hebben nazaten van G.J. Vruwink de molen verder afgebroken.

De Molen heeft gestaan ten zuiden van de voormalige spoorbaan naar Borculo.
Voor alle duidelijkheid is de plaats van de molen weergegeven op onderstaande plattegrond.
Jan Krooshof

Informatie van Hendri Karssenberg, 15 februari 2009
Bronnen:
Drs. H.A. Visser, Molens in Gelderland in oude ansichten, Zaltbommel, 1981 H.W. Grunnekemeijer, Neede vroeger en nu, 1970 Diverse aktes.
Gegevens van H. Varenhorst te Gelselaar en Mevr. Wegereef – Varenhorst te Diepenheim