bouwjaar
herbouwd
1985
bestemming

Het malen van graan op vrijwillige basis

molenmaker
W. Overgaauw, Benthuizen (1772) A.A. van Noort, Benthuizen; fa. de Gelder, Arkel (1985)
omwentelingen
geschiedenis

Stellingkorenmolen De Haas maakte op 18 juli 1772 zijn eerste omwentelingen. Bouwer was Willem Overgaauw en die was tevens de eerste molenaar hier.
Het was toentertijd niet ongebruikelijk om een molen een dierennaam te geven, waarschijnlijk werd dit ook gedaan om een bepaald kenmerk van de betreffende molen te benadrukken. In Benthuizen kreeg de molen de naam De Haas en deze naam is een kenmerk van snelheid.

Na Willem Overgaauw zijn er nog vele molenaars op molen De Haas geweest. In 1886 werd lzaäk Koole dat. Hij liet de molen in die jaren een grondige opknapbeurt geven: men zette de molen onder meer recht, nadat de fa. Gräper ontdekt had dat de fundering deels vergaan was: bij deze werkzaamheden stond de molen zelfs één nacht op drie vijzels!

Jacob G. Koole, de zoon van lzaäk, was de laatste echte windmolenaar. Omdat het molenaarsbestaan niet meer rendabel was, verkocht hij in 1924 de molen aan de Coöperatieve Maal- en Dorschvereeniging De Tijdgeest. Deze coöperatie ging al snel over op elektrisch malen: in de molen plaatste men een maalstoel.

Hoewel het gemeentebestuur van Benthuizen actie voor het behoud van de molen voerde, bleek onttakeling uiteindelijk onvermijdelijk: op 6 juni 1932 werden de beide roeden gestreken en de stelling gesloopt. Wat overbleef was een molenromp met een lege kap.
Opmerkelijk is dat beide afkomende roeden afzonderlijk naar Tholen gingen: zij zouden nog vele jaren de korenmolens van Scherpenisse en Sint Maartensdijk dienen.

De coöperatie werd in 1938 opgeheven, waarna bedrijfsleider A.A. Bakker het maalbedrijf voortzette. In 1956 werd hij opgevolgd door zijn zonen; deze hieven het bedrijf echter al kort daarna op: het was voor hen niet meer te doen om de inmiddels ingezette grote veranderingen in het maal- en mengvoederbedrijf te volgen.

Sloop van de overgebleven romp is na 1956 meermalen overwogen. In 1974 kwam deze gedachte ook weer op nadat een actie onder de Benthuizer bevolking om de molen te restaureren was mislukt. Die actie had echter wel tot gevolg dat het gemeentebestuur de inmiddels haveloze molenromp op de monumentenlijst plaatste.
In 1982 werd de actie van 1974, om tot restauratie van de molen te komen, opnieuw aangezwengeld, en nu met succes: in 1983 gunde men de restauratie aan de plaatselijke aannemer Van Noort en op 6 juni 1983, exact 51 jaar na de onttakeling, werd door mevr. I. Günther, gedeputeerde bij de Provincie Zuid-Holland, het startsein gegeven tot algehele rehabilitatie.

7 december 1985 was de restauratie zover gevorderd dat de molen voor het eerst na 53 jaar weer kon draaien. Eer het zover was, moest bijzonder veel werk worden verricht: de stenen romp was na ruim 50 jaar verwaarlozing érg slecht en moest aan de westzijde grotendeels worden vernieuwd.

Op 10 oktober 1986 droeg men de molen officieel over aan de Stichting Korenmolen De Haas, deze is vanaf die datum verantwoordelijk voor het beheer en onderhoud.

Al tijdens de restauratie was een tiental Benthuizenaren in opleiding voor vrijwillig molenaar; dit resulteerde in de oprichting van de Vereniging Benthuizer Molenaars. Bij toerbeurt vervullen de leden van de Vereniging hun dienst op de molen; zo is het mogelijk gebleken om de molen iedere zaterdag open te stellen voor het publiek.
Er wordt er hier op ambachtelijke wijze graan gemalen, zowel consumptietarwe als veevoedergraan (vooral gerst en mais).

Eind maart stond de stenen romp van de molen in de steigers om grondig te worden nagekeken.