- bouwjaar
- bestemming
Het malen van graan, thans op vrijwillige basis
- afkomstig van
- omwentelingen
- eigendomshistorie
De Stichting korenmolen Nieuw Leven is eigenaar sinds 2015, daarvoor de gemeente Alphen aan den Rijn sinds 1-01-2014, daarvoor de toenmalige gemeente Rijnwoude.
- geschiedenis
-
Deze molen moet op zijn huidige plaats in 1815 of '16 gebouwd zijn. In dat laatste jaar kocht Arij Jongejan Lz. voor ƒ 1000,-- een bouwmanswoning in Hazerswoude-Dorp; in diezelfde tijd kocht hij van het bestuur van de Butterpolder de molen. Deze wipmolen was door de opname van de polder in de Hazerswoudsche Droogmakerij overbodig geworden. De molen was nieuw gebouwd in 1733 als opvolger van een veel oudere, onbruikbaar geworden, wipmolen.
In de loop der tijden kende deze molen vele eigenaren en pachters:
Arij Jongejan Lzn. (1816 - 1831)
Theunis de Oude (1831 - 1834)
Joannes van Rhijn (1834 - 1835) 1
Bartolomeus Braat (1835 - 1871) 2
Simon Vellekoop (1871 - 1889) 3
Johan en Leendert Vellekoop (1889 - 1893)
Johan Vellekoop (1893 - ?) 4
Simon Vellekoop (? - 1932)
Middenstandsbank Bleiswijk (1932 - 1940)
Hendrik Verheul (1940 - 1962) 5
Gemeente Hazerswoude (1962 - 1991)
Gemeente Rijnwoude (1991 - 2015)
Stichting korenmolen Nieuw Leven (2015 - )
1 - Van Rhijn bood in 1835 ook de Stenen Molen aan de Rijndijk te koop aan.
2 - Braat was bakker te Delft; de verkoop in 1853 mislukte omdat er geen kopers kwamen.
3 - Vellekoop, vermoedelijk daarvoor al pachter, kocht de molen van de erven Braat.
4 - Leendert Vellekoop kwam in 1893 in de molen om het leven, toen hij bij het terugplaatsen van de steenspil een katrol vol tegen zijn achterhoofd kreeg.
5 - Verheul was sinds 1900 knecht bij de fam. Vellekoop en pachtte de molen al vóór 1940.
Opmerkelijk: in 1881 kocht Simon Vellekoop het bovenhuis van de toen voor de sloop te koop staande wipmolen van de Oost- en West Zomerlanden te Heinenoord. Aan te nemen is dat hij dit vervolgens geheel of gedeeltelijk heeft gebruikt voor zijn eigen molen in Hazerswoude. Het bestaande bovenhuis was op dat moment zo'n 150 jaar oud en vermoedelijk aan een grote revisie toe.
In 1933 werden de roeden voorzien van het systeem Dekker; de molen had daarvoor zeven jaar stilgestaan. De Leidsche Courant van 20 november 1931 meldde al, dat de molen zou gaan verdwijnen, nadat onderhandelingen met De Hollandsche Molen niet tot resultaat hadden geleid, maar zover kwam het dus niet.
In 1962 werd de gemeente Hazerswoude eigenaar en die liet direct een kleine restauratie uitvoeren. Op dat moment werd er al heel lang niet meer op windkracht gemalen. In 1967 kocht men, vanwege de bouw van de nieuwe Gereformeerde Kerk (aan de overzijde van de Dorpsstraat bij de molen) het windrecht voor ƒ 7500,-- af.
In de loop van de jaren '70 en '80 werd de toestand er niet beter op: de molen draaide sporadisch en intussen werd de staat van onderhoud slecht. Tenslotte stond de molen met kale roeden te wachten op betere tijden.
In 1989 startte een grote restauratie. Het bovenhuis werd vrijwel geheel vernieuwd, evenals de stelling en beide roeden. Ook werd een andere bovenas gestoken. Deze was afkomstig van de in 1968 onttakelde korenmolen van Nieuw-Lekkerland en sindsdien los bewaard. Deze Penn-as verving een zeer zware as, eveneens een Penn, die al sinds mensenheugenis in deze molen lag. De molen heeft er naar verluidt zeer behoorlijk mee gedraaid, maar het bovenhuis dreigde, zeker toen dat slechter werd, haast te bezwijken onder de last!
Sinds 1990 draait de molen weer regelmatig en af en toe wordt er ook gemalen.
Eind 2009 werden de stelling en de steenburrie vernieuwd.
Ooit had deze betrekkelijk kleine molen drie koppel maalstenen op de steenzolder; thans nog twee. Duidelijk is nog te zien, waar het derde koppel heeft gezeten. Een koppel draait uitsluitend op windkracht, het motorkoppel is in 2014 vervangen, daarbij is de elektromotor gereviseerd en een nieuwe drijfriem aangebracht waardoor dat koppel weer bedrijfsvaardig is. Het steenschijf van het windaangedreven koppel is opmerkelijk: de bladen zijn deels in ijzer, deels in hout uitgevoerd en de staven zijn geheel van ijzer en ellipsvormig.
Opmerkelijk: deze niet al te grote molen heeft maar liefst vier stellingdeuren.