- bouwjaar
-
de molen had een voorganger die in augustus 1875 was verbrand
- verdwenen
-
gesloopt
- eigendomshistorie
1875: P. van der Steen
- geschiedenis
-
Molenaar was o.a.: P. v.d. Steen
In het polderarchief is deze molen steeds aangeduid geweest als "Molen 3 van 3".
Dwz: de ondermolen van de driegang.
Informatie van Leo Middelkoop, 9 juni 2013.
Deze molen brandde in de nacht van 26 op 27 augustus 1875 af. Molenaar P. van der Steen werd door het polderbestuur gehoord. Als oorzaak werd genoemd het slepen van de vang.
De herbouw liet op zich wachten, want er waren problemen over de financiering. Vooral in en om Waddinxveen voelde men er weinig voor om mee te betalen.
Pas op 17 oktober 1875 werd de inschrijving bekend gemaakt. Vervolgens werd de molen voor ƒ 13.988 herbouwd door P. van Rooijen. De herbouw werd uiteindelijk gerealiseerd in 1876; pas in dat jaar werd ook de nieuwe bovenas, de Prins van Oranje nr. 1025, geleverd. Scheprad, wateras en roeden konden worden gerepareerd.
Dit alles ontleend aan het polderarchief.
De Hazerswoudsche Droogmakerij
Klik door naar Tenbruggencatenummer 00951 e.01-03-1879: Courant voor Maassluis, het Westland en Rozenburg
Voor het gerechtshof te ’s-Gravenhage werd dezer dagen bepleit het hooger beroep tegen een vonnis der Rotterdamsche rechtbank, ingesteld door den heer Molenaar in zijne qualiteit van president van den Achterhofschen polder, bij welk vonnis den heer Vander Dries als president der Hazerswoudsche droogmakerij eene vordering was toegewezen tot betaling van ƒ3300. Toen nl. in 1875 de molen van den Hazerswoudschen polder afbrandde, vroeg het bestuur daarvan —op grond vaneen in 1766 gesloten contract, waarbij bepaald werd dat indien vaneen der contracteerende ambachten (sedert veranderd in polders) de watermolen afbrandde, de schade daarvan door de anderen gezamenlijk zou worden gedragen ook van den appellant het aandeel inde schade ad f 3300. De betaling werd geweigerd, waarop eene dagvaarding volgde. De Rotterdamsche rechtbank wees de vordering toe. Namens den Achterhofschen polder werd thans dit vonnis bestreden door den advocaat mr. W. Wintgens, terwijl mr. B. M. Vlielander Hein namens den geïntimeerde de juistheid er van trachtte aan te toonen. Bovendien was het onderwerp der verzekering blijven bestaan, want een ijzeren stoomgemaal was in plaats van een houten gekomen.
-
Molen 00951 g Hazerswoudsche Droogmakerij (Westvaart driegang), ondermolen (3 van 3) (Hazerswoude-Dorp)Tek. W.J. Kret, A. Bicker Caarten, molenleven van Rijnland, 1946