bouwjaar
verdwenen
onttakeld
geschiedenis

Molen De Hoorn is oorspronkelijk gebouwd in 1765 door molenmaker Johannes van Zijll als bovenste middelmolen van een viergang met een binnenscheprad van 6 m diameter.

De naam van de molen is ontleend aan de zeer kapitaalkrachtige familie Van Hoorn uit Amsterdam. Met name F.H. van Hoorn (1712 - 1793) heeft een grote rol gespeeld bij de droogmaking van de polder.

De molen staat op de ringdijk en sloeg uit op het niet uitgeveende gedeelte van de polder, de zogenaamde bovenpolder. (Een strook land van ongeveer 250 m. breed langs de Amstel).
Bij de bouw van de molen stonden er elf molens in de polder.
In 1819 werd het scheprad vervangen door een vijzel.
In 1834 kreeg de molen een nieuwe voorwaterloop.
In 1834 werd de vijzel verkleind.
De molen werd bij een reconstructie herbouwd in 1860 en werd in 1914 na de afschaffing van de windbemaling gedeeltelijk gesloopt.

Tekst: Jan Hofstra.

De Bovenkerkerpolder werd bemalen door 10 molens, later zes, in twee gangen van drie.
In 1769 viel de polder droog. In 1912 besloot het polderbestuur over te gaan op machinale bemaling.
Er zijn in de polder nog drie onderstukken blijven staan als woonhuis.

De molen was de bovenste middelmolen van een viergang. De ondermolen was genaamd DE HOOP (1768-1860), de onderste middelmolen DE JOHANNA BREGITTA (1766-1915) en de bovenmolen DE AALVISSER (1629-1914).
-----

Klik voor de poldergeschiedenis door naar De Aalvisser (Tenbruggencatenummer 00971 a).

nog waarneembaar

Woonhuis.