De molen stond aan het Jaagpad nabij Vrouwenakker en loosde op de Drecht. Hij bemaalde samen met nog drie andere molens het hele gebied dat gemeen lag met de latere de Noorder- en de Zuider Legmeerpolders, ofwel de Buitendijksche Buitenveldersche-, Thamerbuiten-, Uithoornsche- en Kalslagerpolder.
De Uithoornsche polder tussen Kleine Drecht, Boterdijk en Amstel had een oppervlakte van 280 bunder (2,8 km2) werd bemalen door de watermolen Het Zandpad aan de Amsteldijk Zuid. Met het poldergedeelte, westelijk van de Kleine Drecht was de totale oppervlakte van de polder 640 bunder.
Het westelijk deel van de polder werd bemalen door de Vrouwenakkersemolen, gelegen aan het Jaagpad, nabij Vrouwenakker. De aangrenzende polder werd droog gehouden door de Calslager poldermolen, die de bijnaam de 'Moordmolen' droeg.
De Uithoornse poldermolens waren rietgedekte achtkante poldermolens.
De molen werd sinds 1830 tot 1930 bediend door Hendrik van Grieken, Thomas van Grieken en Hein van Grieken.
A.A. van Grieken.
-----
Thomas van Grieken (1835-1910) was molenaar van de Vrouwenakkerse molen. Hij was zijn vader Hendrik opgevolgd op deze molen. Na zijn overlijden in 1910, nam zijn zoon Hein het weer van hem over.
De broer van Thomas, Jan van Grieken, was molenaar op molen ’t Zandpad. Zowel Thomas als Jan waren geboren op de Vrouwenakkerse molen.
De enige dochter van Thomas van Grieken, Maria van Grieken, was mijn grootmoeder. Zij trouwde in 1914 met Jacobus Johannis Verhoek, hierboven vermeld.
De beide molens werden onder druk van de boeren, die een betere waterpeilbeheersing wilden, afgebroken en vervangen door elektrische gemalen.
Jan Verhoek, 2 feb. 2021.