bouwjaar
verdwenen
1877 verbrand 1909 romp gesloopt
geschiedenis

In 1746 werd de houten molen afgebroken en in steen herbouwd. In de 18e eeuw werd als naam van deze molen De Kat genoemd. Op een prent in het Utrechts archief is de molen afgebeeld (zie externe link boven). De in aanbouw zijnde molen is daar ook te vinden op een prent (catalogus nummer 36054).

Utrechtsche courant, 2 april 1819
Op Woensdag den 14 April 1819, des voormiddags ten 10 uren precies, zal men aan de Korenmolen, genaamd de Kat, staande te Utrecht buiten de Catharijne Poort, Wijk L, No 96, bij ophooging, om contant geld, verkoopen enz..

09-08-1877: Tilburgsche courant

De molenaar Jacobs, van den korenmolen De Kat, te Utrecht, was Maandag namiddag bezig met de assen boven in den molen te smeren. Het schijnt, dat men verzuimd had die vooraf vast te zetten ; althans, terwijl Jacobs zijn arbeid verrigte, raakte de molen plotseling in beweging, met het noodlottig gevolg, dat hèt hoofd van den ongelukkige geheel verpletterd werd. Hij laat eene weduwe met twee kinderen achter.  

In de zomer van 1877 was de eigenaar boven in de molen werkzaam, toen eensklaps de vang losschoot, de molen in beweging bracht en de molenaar het hoofd verpletterde.

En de dag na zijn begrafenis, in de nacht van 11 op 12 augustus van dat jaar, brandde de molen af. De torenwachter op de Buurtoren nam de brand waar, de klokken van de Buurtoren werden geluid, een dozijn brandbellen luidde alarm en de kleppers sloegen hun ratels om, dat wil zeggen zij draaiden hun ratels terug, zodat deze een dof onheilspellend geluid maakten. Door al dat lawaai van torenwachter, bellentrekkers en klepperlieden kwam er heel wat volk op de been. Schutters en kleppers hadden de handen vol, om het terrein van de brand behoorlijk af te zetten:

't Was een akelige nacht met een mooie brand en als je van af het Vreeburg, tusschen de sombere gewelven van het Spanjaardsgat door, den Leidschenweg op keek, dan zag je daar een steenen kolos geheel in vlammen gehuld, een breeden opengesperden molenkap, één vuurzuil, vurige armen, zwaaiend en dreigend, die zich verhief boven de donkere daken van de kleine huisjes aan zijn voet.

30-04-1909: Advertentieblad 
Men schrijft uit Utrecht: De “luciferspot” zal dan eindelijk verdwijnen, de groote leelijke ruïne van den molen “De Kat” aan den Vleutensche weg. Ieder, die sedert 1877 Utrecht naderde van uit de richting Amsterdam-Rotterdam of De Haag, ziet deze zwarte steenklomp staan, hoog boven de omliggende huizen uit. Door brand verwoest, was hij sedert jaren een onderwerp van proces, en moest hij zelfs worden gestut en onderhouden om hem zijn tegenwoordige staat van bouwvalligheid te waarborgen.
Informatie van J. de Vries, 30 maart 2010

In het voorjaar van 1909 stond daar nog altijd de besmookte en berookte romp van de oude Kat aan dat kromminkje van den Vleutenschen weg. Onkruid en distels groeiden op en bij de ruïne, maar de molen had er nu de langste tijd gestaan. In de zomer van 1909 werd de ruïne van De Kat gesloopt.

Waar De Kat gestaan heeft, is nu de afrit naar de Daalse tunnel.