- bouwjaar
- verdwenen
- opvolger
- geschiedenis
-
Aan de wipmolen werden van 1798 tot 1805 diverse werkzaamheden uitgevoerd door molenmaker Cornelis van der Zaal.
Bron: Kroniek van de Lisser Timmerman en molenmaker Cornelis van der Zaal, 1762-1839, Bert Kölker, 2012.
Op 17 september 1881 besloot men tot stichting van den molen, d.w.z. er werd een molen te Wassenaar gekocht, afgebroken en hier weer opgesteld.
De Wassenaarsche polder vroeg f 1000. de kosten voor den polder werden begroot op f 7000 a f 7500.
De uitvoering van het besluit ging niet vlot en gemakkelijk. Rijnland sprak een woordje mee.
In 1882 werd de molen gesticht door de Veenderij van den Weerlanerpolder en in 1884 in dezelfde molen door de Veenderij om niet afgestaan aan den Vosse- en Weerlanerpolder.
In 1912 wist de Vosse- en Weerlanerpolder den molen voor 'sloop' te behouden door een motor te plaatsen, om ten alle tijde, met en zonder wind, water te kunnen verzetten. De molenaar van dezen polder bleef molenaar, en is er machinist bij geworden. Hij vertelde toen dat deze molen voor den grooten motor niet onderdeed, als er maar wind genoeg was. Dan vijzelde hij zelfs nog veel meer water naar boven dan met motorischen kracht.
Als men weet, dat de waterstand in den Vosse- en Weerlanerpolder en in de Ringvaart, waarop de molen loost, een verschil van ongeveer 4 1/2 Meter aanwijst, kan men begrijpen, dat het water een heel stuk opgevijzeld moet worden.
Leidsch Dagblad van 18 januari 1926
De Vossepolder heeft een molen gehad, die langs de Weerlaner vaart stond, waar de duiker ligt, de waterverbinding tusschen de Vosse- en Weerlanerpolder.
Deze twee polders werkten vroeger niet samen zooals nu. De Weerlanerpolder was voor een doel veenderij, waarin een oude kleine machine stond om het water uit te slaan.
Die machine is afgebroken en vervangen door den molen, die er thans staat en wiens leven aan een zijden draad hangt.