Kort nadat deze molen in Assendelft in bedrijf kwam werd hij afgebroken en naar de andere kant van de Nauernase Vaart geplaatst, waarom dit gebeurde is totaal niet duidelijk. Omstreeks 1690 kwamen alle aandelen van de molen in handen van Dirck Claesz. Kaet. Vermoedelijk gebeurde de verplaatsing onder zijn beheer. Tegelijkertijd werd de molen toen verbouwd tot een enkelwerks oliemolen. Op 12 november 1693 liet Dirck Kaet De Perenboom tegen brand verzekeren in een assurantiecontract.
Op 21 mei 1699 werd De Perenboom gekocht door Dirck Jansz. Hoorn en Claes Muusz. Booij. Laatstgenoemde bezat ook deels de ten zuiden van De Perenboom liggende oliemolen De Appelboom. Later kwam de molen in bezit van de zoon van Dirck Hoorn, Jan Dircksz. Hoorn.
Op 14 juni 1727 werd in Zaandam-West de collectieve brandverzekering het Olieslagerscontract opgericht. In deze verzekering konden de in de oliemolens aanwezige goederen en handelswaren tegen brand worden verzekerd. Jan Dircksz. Hoorn trad op die dag met De Perenboom toe tot deze verzekering. De opstallen van de molen werden pas veel later bij het Olieslagerscontract verzekerd, nl. op 9 augustus 1779. De verzekerde waarde van de molen bedroeg ƒ 3000.
Jan Dircksz. Hoorn bleef lang met de molen werken, nog in 1769 was de molen zijn bezit.
Begin 1805 werd De Perenboom gesloopt. Op 25 maart van dat jaar werden zowel de verzekering voor de lading, als voor de molen geannuleerd. Op 13 april 1805 werd het volgende geveild: “Het erv van de afgebroken molen, genaamd geweest de Peereboom, te Westzaan.”
Bronnen:
- “de Zaende” 3e jaargang 1948 blz. 269
- “Duizend Zaanse Molens” P. Boorsma 1968 blz. 226
- “250 Zaanse molens” R. Couwenhoven 2001 blz. 114-115
- “Gedenkboek van het olieslagerscontract” 1912
F. Rol, Zaandijk
-----
De molen werd geplaatst op het erf van de voormalige hennepklopper van de gebroeders Peereboom.