bouwjaar
verdwenen
onttakeld
geschiedenis

Het stroomgebied van de Geleenbeek kent aan de voet van de begroeide hellingen, die naar het beekdal aflopen een aantal schilderachtige plekjes. Op één van die plekjes lag bij het gehucht Oude kerk bij een brugje, waarover de vroegere grindweg Schinnen - Heisterbrug - Spaubeek liep, de oliemolen met een boerderij. Het was een kleine watermolen, gebouwd in vakwerk met een pannen-zadeldak.

De Spaubekeroliemolen was altijd oliemolen. Hij lag er zo eenzaam, dat de slagen van de heien niemand overlast bezorgden. Het water van de Geleenbeek werd aangevoerd door een molentak, die zich op een afstand van ruim 220 m boven de molen uit de rechteroever afsplitste. Achter de molen verenigden beide takken zich weer.
De molen werd aangedreven door een onderslagrad met een middellijn van 4,92 m en een breedte van 0,77 m. Op het einde van de jaren tachtig van de 19e eeuw was de toestand van het waterrad en de sluiswerken zo slecht, dat vernieuwing noodzakelijk was. In 1895 werden zij voor de laatste maal vernieuwd. Het waterrad, dat 8 cm groter werd, werd voorzien van een krop en fungeerde daarna als middenslagrad met een lage waterinlaat.

In 1914 werd de Bouwgrondmaatschappij 'Tijdig', gevestigd in Heerlen, eigenaar en in 1916 de pachters Gebr. Philippus Jozef Hubert en Joannes Philip Hubertus Moonen, landbouwers in Spaubeek. Zij werden ieder voor de helft eigenaar van de molen en het huis, met schuur, stal, erf en gronden. Het stuw- of waterrecht werd niet aan de Gebr. Moonen verkocht.
Gedurende de Eerste Wereldoorlog werd de molen stilgelegd.
De boerderij werd in 1946 verbouwd tot landhuis en tenslotte in 1952 verkocht aan Johannes Jacobus Maria Eussen te Schinnen. De boerderij werd afgebroken, daar staat een landhuisje omringd door veel groen.

Bron: onbekend.
-----

Op de foto van Pierre Vossen is nog duidelijk zichtbaar waar vroeger de as van het molenrad door de zijgevel van het molenhuis werd gevoerd.

nog waarneembaar