- bouwjaar
- verdwenen
-
1917 geëlektrificeerd ca. 1956 gesloopt
- geschiedenis
-
Deze molen werd gebouwd aan de middensloot van de Kleine Koog, na aanleg van de Zesstedenvaart (= trekvaart Amsterdam-Hoorn) rond 1640. Hij staat nog niet op de kaart van Van Berckenrode uit 1646, hoewel de trekvaart daar al wel op staat. Deze vaart splitste de polder Westerkoog in twee delen, de Kleine Koog (100 ha) en de Groote Koog (Tenbruggencatenummer 01083 b, 189 ha). Als gevolg daarvan waren de zogenaamde Slaperdijk (langs de vaart) en de molen tot 1861 eigendom van de 'Directie van de wegen en vaarten tussen de zes steden', die de trekvaarten aanlegde en onderhield.
Per 4 september 1861 werd het eigendom van de zogenaamde Slaperdijk langs de trekvaart, samen met de molen van de Kleine Koog, door de 'Directie van de wegen en vaarten tussen de Zes Noordhollandsche Steden' overgedragen aan het polderbestuur van de Westerkoog.
In 1917 of 1918 werden houten roeden van de molen van de Kleine Koog hergebruikt in korenmolen De Hoop in de Beets (Tenbruggencatenummer 00244). Toen zal de molen dus zijn geëlektrificeerd.
In 1936 bestond de bemaling uit een draaistroom-elektromotor van 36 pk met centrifugaalpomp, opbrengst 16 m³ per minuut, staande aan de trekvaart.
Door de demping van de trekvaart (in de 1950-er jaren) ten behoeve van de aanleg van de provinciale weg E10 / N247, verloor het gemaal zijn afwatering, en toen werd een nieuw elektrisch gemaaltje gebouwd in de hoek van de Zesstedenvaart en de Uitwatering van Kennemerland (Korssloot). Toen werd de molenromp gesloopt.
Bronnen:
- De zeeweringen en waterschappen van Noordholland, Mr. G. de Vries Azn., 1864.
- De zeeweringen en waterschappen van Noordholland, derde uitgaaf, D. Kooiman, 1936.
- Informatie van Piet Groot, 9 december 2006.