bouwjaar
verdwenen
gesloopt
geschiedenis

Op 22 juni 1647 verleenden de Hoogheemraden van Schieland in St. Odulphus Schouw vergunning aan Pieter Gillisz. van Saerdam, die uit Zaandam afkomstig was maar nu vlak bij de Heulbrug woonde, voor de bouw van deze molen. Na zijn dood werd de molen verkocht aan Pieter Maertensz.

Sinds 1708 was de molen eigendom van Jan Cornelisz Grootzwagerz. Uit 1738 dateert een vermelding als "zaagmolen, voorheen geweest zijnde een afgebrande runmolen ende nu genaamt De Leeuw in 't Wout." Het achterliggende gebied bij De Leeuw in 't Wout, heeft ook In 't Wout geheten.

In 1763 verkochten Van Leeuwen en Westhout de molen aan Isaac en Arnoldus de Haas, beide vroegere
eigenaars leenden hun naam aan de molen. Er volgend meerdere eigenaren.

Uiteindelijk kwam de molen in handen van Joannes Stephanus Tomputte, die de molen snel liet slopen. In 1857 kocht K.J. Neugebaur het erf en liet het balkengat dempen. Barth. Kruyff verkocht het molenerf op 7 oktober 1864 aan de Fa. Van Stolk, die het terrein toevoegde aan molen De Abraham.

In 1865 werd toestemming verkregen voor herbouw van de molen, dat is nooit meer uitgevoerd.

Bron o.a.: Groot Rotterdams Molenboek, Deel 1 blz. 101.

In 1915 was er nog een molenschuur aanwezig.