- bouwjaar
-
onb.
- bestemming
Vh. bemalen van de polder Bruinsdeel en Hoog-Leerbroek (2e trap), thans buiten bedrijf; woning
- omwentelingen
- eigendomshistorie
De SIMAV is eigenaar sinds 1985, daarvoor was dat zeer lang de Glasfabriek Leerdam.
- geschiedenis
-
De bemaling van de polder Bruinsdel en Hoog-Leerbroek werd eeuwenlang verricht door een achter- en een voormolen (in de meeste andere regio's onder- en bovenmolen genoemd). Het exacte bouwjaar is niet bekend: al zeer lang staat op deze plaats een (wip)molen.
In 1920 werden plannen gemaakt om deze molen op een drie meter hoge onderbouw te plaatsen, maar dit is nooit uitgevoerd. Wel werd het onderwiel vergroot en de overbrengingsverhouding veranderd voor een hoger rendement. Daartoe werd het 6 meter grote scheprad enkele centimeters lager geplaatst om het water tot 1.50 m. te kunnen opvoeren.
Toen in 1940 de bovenas van de Achtermolen tijdens het malen brak en besloten werd, die molen niet meer te herstellen, kwam daarmee ook de Voormolen buiten gebruik. Een dreigende sloop werd voorkomen doordat de dichtbij de molen gelegen glasfabriek deze vervolgens als monument aankocht.
Om verder verval tegen te gaan kocht de gemeente Leerdam in 1982 de molen van de glasfabriek.
In 1984 startte hier een bijzonder restauratieproject: het werk werd uitgevoerd door een aantal werklozen, dit alles onder leiding van een molenmaker en een metselaar. Het kwam neer op een zeer grondige revisie van vrijwel alles rond deze molen. Vervolgens droeg de gemeente de geheel herstelde molen voor het symbolische bedrag van ƒ 1,-- overgedragen aan de regionale molenstichting SIMAV. 17 april 1985 volgde de feestelijke ingebruikname door minister Brinkman van WVC.
Na ruim 20 jaar was in 2006 een nieuwe uitvoerige herstelbeurt nodig: een gescheurde middenzomer werd vervangen, evenals het gehele front van het bovenhuis; diverse balken werden hersteld met kunsthars en tenslotte kreeg het onderwiel een nieuwe velg en gang kammen. Op 14 juni 2007 was de feestelijke heringebruikname een feit.
De ondertoren is gedekt met zwart geteerde horizontaal gepotdekselde planken (en is daarmee de enig overgeblevene in deze streek). Deze wijze van bedekking heeft te maken met de zeer grillige waterstanden van de Linge: soms stonden landerijen en ook molens enige tijd onder water en dan was een rieten bedekking nadelig omdat die snel ging rotten. De meeste molens langs de Linge waren om diezelfde reden ook niet bewoond.