bouwjaar
circa
verdwenen
geschiedenis
In de Molenakte van 1819 werd aan de Leekerlanden toegestaan zich af te kaden van de bemaling van De Vier Noorder Koggen. Pas in 1849 werd daarvan gebruik gemaakt. Toen werden er drie kleine molentjes geplaatst met een vlucht van 6 m, en een horizontaal scheprad met 60 cm middellijn en 20 cm breed.

In 1894 had het poldertje één molen met een vlucht van 12 m, en een vijzel met een diameter van bijna 1 m.

Op de topografische kaart van 1904 staat nog slechts één molen aangegeven. In 1936 wordt vermeld dat polder vroeger aan de noordzijde een windmolen had, uitslaande op de boezem van De Vier Noorder Koggen, maar dat het poldertje toendertijd door een grondduiker naar het zuiden toe afliep in De Westerkogge.

In 1948 werd een grondduiker onder de Zomerdijk door aangelegd, waardoor ook de Kerkepolder naar het zuiden kon uitwateren op De Westerkogge. Daardoor kwam de molen van de Kerkepolder (Tenbruggencatenummer 06499 o) buiten dienst.

Bronnen:
- Nederlandse Molendatabase.
- De zeeweringen en waterschappen van Noordholland, Mr. G. de Vries Azn., 1864.
- De zeeweringen en waterschappen van Noordholland, tweede uitgaaf, Jhr. Mr. J.W.M. Schorer, 1894, met dank aan H. van der Kaay.
- De zeeweringen en waterschappen van Noordholland, derde uitgaaf, D. Kooiman, 1936.
MHO