bouwjaar
herbouwd
1998 / 2021
bestemming

Het malen van graan, thans op vrijwillige basis

omwentelingen
geschiedenis

Volgens overlevering was deze molen een verplaatste Zaanse molen, iets wat juist is gebleken: het gaat om de (vóór 1650 gebouwde) en in 1848 te Zaandijk gesloopte oliemolen De Oude Haas.
In Bovenkarspel kreeg de molen - niet toevallig - de naam "De Haas", maar toen in 1908 de "Venhuizer Coöperatieve Landbouwaankoopvereeniging annex malerij, genaamd Ceres" deze wiekendrager met toebehoren aankocht, kreeg de molen prompt de naam van die vereniging.

Tientallen jaren maalden de molenaars Jan Dekker Sr. en jr. het veevoer voor de bij de coöperatie aangesloten boeren, eerst op windkracht, later elektrisch. Tot 1968 bleven de molenstenen draaien. Daarna ging het wiekenkruis nog wel geregeld rond, maar kwam het veevoer uit de fabriek te Hoorn. 

In 1986 werd de stichting De Westfriese Molens eigenaar. Op dat moment was al duidelijk sprake van verval: met name het onderachtkant werd slecht en daarmee kwam de stabiliteit van de molen in gevaar. Gelukkig trokken enkele enthousiaste vrijwilligers zich het lot van de molen aan: de stichting Vrienden van molen Ceres werd opgericht.

In 1992 begon de demontage en kort daarna startte de restauratie, waarvan de eerste fase - herstel van het onderachtkant - op heel veel vrije zaterdagen werd uitgevoerd. Kap en bovenachtkant werden naast de onderbouw neergezet, waarna deze laatste kon worden vernieuwd. Vervolgens werd de molen in fasen gerestaureerd; midden 1998 was Ceres weer maalvaardig en daarna ook weer veelvuldig draaiend en malend te zien. 

Aan dit productieve bestaan kwam in de avond van 31 december 2019 een voorlopig einde, toen de molen als gevolg van vuurwerk in brand raakte en zwaar werd beschadigd. Gelukkig slaagde de brandweer erin, alles te blussen en de molen bleef overeind. 

Niet veel later stelde men vast dat de constructie sterk genoeg was gebleven om te kunnen worden hersteld, al betekende dit wel: zeer veel werk!
Om te beginnen werden op 8 januari 2020 de roeden uit de molen getakeld, de kap verwijderd en meer gaandewerk naast de molen op de grond gezet. 
Via crowdfunding probeerde men van alles om aan geld te komen voor de herbouw. Via bedrijven en particulieren kwam zeer veel binnen. Heel belangrijk was ook, in oktober 2020, het winnen van de BankGiroLoterij Molenprijs.

Intussen waren zeer vele personen aan de slag gegaan om de molen aan te pakken. De meest intensieve en 'vieze' klus was het schoonkrabben van het bovenachtkant. Veel door brand aangetaste onderdelen, zoals veldkruisen, moesten worden vervangen, maar de achtkantstijlen waren alle nog bruikbaar.
Voor het schoonmaken van het gaandewerk paste een gespecialiseerd bedrijf de zgn. droogijsreiniging toe. 
In november 2020 begon de rietdekker en eind december, bijna een jaar na de brand, stond de molenromp in een nieuwe jas.

Op 10 september 2021 bereikte men een nieuwe mijlpaal: de geheel herstelde kap werd geplaatst en daarna volgden de roeden. Bovenas en roeden konden na de brand worden hergebruikt. Wat niet terugkeerde waren de fokken: beide roeden kregen Oud-Hollandse ophekking, evenwel nu met regelkleppen. 
Begin december 2021 was de molenmaker druk bezig met de ophekking en op 17 december stond de molen weer in de zeilen ofwel: binnen twee jaar na de zware brandschade was de "Ceres" weer draaivaardig! 

Nadat daarna nog veel werk was verricht om de molen ook maalvaardig te maken, volgde op 18 maart 2022 de officiële ingebruikname door Prinses Beatrix én de 9-jarige Bovenkarspeler Rens Hovenier. Die laatste had tijdenlang met zijn skelter lege flessen verzameld waarvan hij de opbrengst, uiteindelijk € 3300,--(!), beschikbaar stelde voor de restauratie van de molen. 

Constructie
De romp bestaat uit een wat licht gebouwd grenen onder- en bovenachtkant. Het onderachtkant heeft twee aan twee evenwijdig staande stijlen en is op een tafelement geplaatst op twee aan twee evenwijdig geplaatste penanten. Bij de herbouw in de jaren '90 van de 20ste eeuw is de onderbouw 75 cm. verhoogd ten opzichte van de oude situatie.
De maalzolder, tevens stellingzolder, is relatief hoog. Op de (als gevolg) wat lage steenzolder bevinden zich twee koppel maalstenen. Het sleepluiwerk is aangebracht op een velg op het spoorwiel. De molen heeft een vrij korte koningspil, die op de onderste bintlaag van het bovenachtkant rust en door middel van een wervelbalk aan het ondereind verschuifbaar is gemaakt.
Tot in het begin van de 20ste eeuw is er een pelsteen aanwezig geweest, die op de stellingzolder moet hebben gelegen. Deze ongebruikelijke ligging wijst erop, dat de pellerij waarschijnlijk niet bij de bouw van de molen maar pas later is aangebracht.