bouwjaar
verdwenen
geschiedenis
De polder bestond uit twee delen: het deel van Venhuizen, waar de molens stonden, en het deel van Hem, dat 22 cm hoger lag. Tussen beide delen lag een dam met een sluis om het water af te laten lopen naar de molens. Het deel van Hem had ook een inlaatsluis in de Zeedijk.

In 1553 werd voor het eerst het bestaan van vier molens genoemd. Op een kaart uit 1638 staat inmiddels nog een derde Zuidermolen aangegeven.

Waarschijnlijk konden de beide Noordermolens verdwijnen na het vervijzelen van de drie Zuidermolens. Eind 19e eeuw werd molen 1 vervangen door een stoomgemaal. Na 1911 werden beide andere molens verwijderd.

Vanaf 1904 bestond tussen de Polder Venhuizen en Hem, en de polder Wijdenes en Oosterleek, samenwerking in tijden van wateroverlast. Per 18 december 1918 gingen beide polders op in het Waterschap De Drieban.

Bronnen:
- De zeeweringen en waterschappen van Noordholland, Mr. G. de Vries Azn., 1864.
- De zeeweringen en waterschappen van Noordholland, derde uitgaaf, D. Kooiman, 1936.
- West-Friese watermolens op de kaart van Joost Jansz. Beeldsnijder (1575/1608) en op de kaarten van het Groot Proces (1638), artikel door Bert Kölker en Jan de Bruin in Jaarboek 2007 van het Westfries Genootschap.
MHO

-----

Het stoomgemaal van de polder Venhuizen werd in 1879 gesticht als hulpstoomgemaal voor de polder Hem en Venhuizen. De bestaande watermolens werden toen nog gehandhaafd. In 1916-1917 kreeg het met twee centrifugaalpompen uitgeruste gemaal een nieuwe stoommachine, waarna de molens gesloopt werden.

Voor meer informatie zie website www.gemalen.nl nr 2068