- bouwjaar
- verdwenen
-
1852 bovenbouw verwijderd 1886 onderbouw gesloopt
- voorganger
- geschiedenis
-
Kort voor zijn overlijden in 1846 hadden Okke Jacobs Bijlsma, zijn zoon, Jacob Bijlsma, en zijn schoonzoon, Simon Beidschat, 10.000 gulden geleend om de zaagmolen De Valk te herbouwen. Na het overlijden van Okke gingen Jacob en Simon door met het plan en in 1847 werd De Valk geheel herbouwd.
In 1848 werd de boedel van houthandel O. Bijlsma en zonen opgedeeld. Jacob Bijlsma ging De Arend exploiteren en Simon Beidschat kocht De Valk voor 11.000 gulden van hem over.
In 1851 liet Simon een stoommachine bijplaatsen. Dat voldeed zo goed dat in 1852 de hele bovenbouw op afbraak verkocht werd. Daarmee was het windbedrijf ten einde.
Vanaf 1854 ging de stoommolen ook cement malen. In 1886 werd bij de sloop van stoom-houtzaag- en cementmolen De Valk ook de onderbouw van de vroegere windmolen gesloopt. Het balkengat bij de molen, perceel 518 op de kadastrale kaart van 1826 / 1827, werd in de jaren '50 van de twintigste eeuw gedempt.
Bron: molens, mensen, bedrijven - overzicht van vijf eeuwen Harlinger bedrijfsmolens op windkracht, drs. D.M. Bunskoeke, Beilen, 2016