- trivia
- In het Fries Museum bevindt zich een zilveren lepel met een afbeelding van een Midlumer molen. De lepel is van 1732 en draagt de letters HH FH van Hans Hanses en Feick Hobbes.
De lepel werd vervaardigd door de Harlinger zilversmid Hotze Seerps Swerms.
Bron: Informatie van Y.J. Elsinga in "Aanvullingen en correcties …", Tj. Severein, 2006.
-----
Er is ook nog een zilveren brandewijnkom uit hetzelfde jaar 1732, met daarop de afbeelding van een molen en de letters H H D J. ( Hans Hanses de Jong). Deze kom werd gemaakt ter gedachtenis van het slatten van de trekvaart van Harlingen naar Leeuwarden in 1732. Hans Hanses was niet alleen molenaar, maar ook koopman en niet onbemiddeld.
Het is goed mogelijk dat deze kom werd vervaardigd door de Harlinger zilversmit Hotze Seerp Swerms.
Sytse de Jong, 27 jan. 2021.
-----
Voorheen stond ook "Zeemanslust" als molennaam vermeld, de bron hiervan is onbekend.
-----
Volgens De Utskoat nr. 65, maart 1992, was de grafsteen van de Italiaanse houtzager Odolphi, die zich rond 1680 in de nabijheid van Midlum vestigde. Hier stichtte hij een houtzagerij en bouwde een houtzaagmolen, vermoedelijk in de Koningsbuurt. De Italiaanse grondlegger had twee zoons, welke later de zagerij overnamen. De zaken gingen daarna minder goed, hetgeen voor een van de zoons aanleiding was om de zagerij in brand te steken.
Hij belandde in de Leeuwarder gevangenis en overleed aldaar. De andere zoon en diens familie schaamden zich blijkbaar voor deze daad en vulden hun naam met een "e" aan.
NB 1 Of dit verhaal op waarheid berust, en om welke molen het gaat, is ons niet bekend.
Redactie.
NB 2 In de Harlinger courant van vrijdag 28 juni 1991 schrijft de heer J. Smit uit Stiens dat de eigenaars vanaf ca. 1680 hem bekend zijn, maar dat er géén Odolphi bij is (dit in verband met het verhaal over de brandstichting)
-----
De heer Robert Hoek, nazaat van molenaar A.J. Hoek, stuurde ons een krantenartikel over de grafsteen, waardoor diverse vragen van ons zijn beantwoord.