bouwjaar
verdwenen
1897 onttakeld circa 1910 restant gesloopt
geschiedenis
De molen stond aan de Geeuw-zuidzijde, tegenover de gebouwen van de voormalige gasfabriek. Zeer waarschijnlijk stond hier voorheen een zaagmolen, mogelijkerwijs werd deze omgebouwd tot oliemolen.

In 1770 was dit de oliemolen van Beerent Wiebes Wouters.

Zijn kleinzoon B.I. Wouters verkocht in 1858 de molen met een stoommachine van 16 pk. Naar verluidt werd de molen in 1859 vernieuwd. In 1873 waren W. en J. Boersma eigenaren.

Daarna was de molen van de olieslager Wouda en daarna van Verwer die er een Glucosefabriek van maakte.

De molen kwam in 1877 of 1878 in handen van Fontein, volgens het Fries Scheepvaartmuseum werd de molen toen De Fontein genoemd.

Vanaf 1897 was hij nog stroopmolen (glucosefabriek) van de firma C.G. Stockmann Jr. & Co. en voor 1904 werden het binnenwerk, de kap en de stelling gesloopt.

Toen was de molen van verffabrikant J. Houwink, later Borneman. De romp bleef bestaan en verdween wellicht rond 1910.

Bron ondermeer: De Utskoat nr. 61, P. Timmermans. Verzameling H. van der Kaay.
nog waarneembaar
Gevelsteen, in de tuin van het Scheepvaartmuseum, Kleinzand 14 te Sneek