bouwjaar
herbouwd
1851
bestemming

Bemalen van de polder Oud-Goudriaan; thans op vrijwillige basis

molenmaker
?? (1779) A. Timmers de Bie (1851)
omwentelingen
geschiedenis

Deze molen werd in 1779 gebouwd op de plaats van een wipmolen die, zoals staat beschreven, 'inreparabel' was bevonden.
De molen bemaalde de polder Oud-Goudriaan (polder Noordzijde) en was baak (=sein)molen van de Overwaard en kreeg het sein van de Achterlandse molen te Groot-Ammers.

In 1851 werd, tegelijk met het aanbrengen van een gietijzeren bovenas, de molen 85 cm. verhoogd, zodat de vlucht (en daarmee het vermogen) aanzienlijk groter kon worden. Later moest, omdat de molen licht verzakt was, de vlucht aan alle enden weer iets worden ingekort (wat pas ruim een eeuw later, nadat de molen was rechtgezet, ongedaan zou worden gemaakt).

Tot 1969 was de molen het enige bemalingswerktuig van de polder; in dat jaar werd een automatisch gemaal geplaatst. Sindsdien is evenwel veelvuldig op vrijwillige basis gemalen en met recht: met een roedlengte van 29.15 meter is dit één van de grootste poldermolens van het land en was dit, vanwege de fokken, mogelijk ook de krachtigste.

Op dinsdag 7 juli 2020 brak 's morgens tijdens het malen de buitenroede. Deze bleef vervolgens hangen. Een deel van de kap werd bij dit voorval ook behoorlijk beschadigd. Persoonlijke ongelukken deden zich niet voor. De geknakte roede was snel verwijderd en de gekraakte delen van de kap met een groot zeil bedekt.
Niet veel later besloot men, ook de binnenroede te vervangen. De kap zelf was vrij snel al hersteld.

Op 14 maart 2022 stak men de nieuwe roeden. Inmiddels zijn deze weer voorzien van een stroomlijnsysteem á la Van Bussel.