- bouwjaar
-
of eerder
- bestemming
Vh. Bemalen van de polder Streefkerk en Kortenbroek (1e trap), thans buiten bedrijf, recreatiewoning
- molenmaker
- Fa. de Gelder, Arkel (1976/77)
- omwentelingen
- eigendomshistorie
De SIMAV is eigenaar sinds 1957, daarvoor was dat de polder Streefkerk & Kortenbroek.
- geschiedenis
-
Dit is de zuidelijkste van de drie ondermolens van de polder Streefkerk en Kortenbroek.
Op 11 juni 1759 werd het maken van nieuwe wielbakken voor de Oude Weteringmolen en de Hoge Tiendwegmolen aanbesteed. De laagste inschrijver was Cornelis Noordegraaf, metselaar te Oud-Alblas, die de werkzaamheden aannam voor ƒ 525,--.
Op 21 mei 1783 werd een openbare inschrijving gehouden voor het vernieuwen van de voorwaterloop en een gedeelte van de krimpmuur. Het werk werd weer uitgevoerd door Cornelis Noordegraaf, nu voor ƒ 578,--.
Op 22 juni 1846 werd voorgesteld de molen vijftig duim te verhogen en het scheprad dertien duim te lichten Door de geringe tasting zou weliswaar het rendement van het scheprad verminderen, maar de dan gunstigere afschothoek van de schoepen werd van meer belang geacht. Deze werkzaamheden werden in 1847 uitgevoerd. Toen de molen op de vijzels stond, werd meteen een muurplaat vernieuwd.
In augustus 1873 kreeg deze molen de eerste ijzeren roeden in zijn bestaan. Evenwel brak er nog hetzelfde jaar een stuk van de binnenroede af. Die is daarna gerepareerd en heeft het, naar is aan te nemen, uitgehouden totaan de restauratie die in 1975 begon.
Zoals bekend kwam deze molen, mét de vier andere molens van deze polder, in 1951 buiten bedrijf. Hierna volgde een lange periode van stilstand en verval.
De redding hier vond bijna 25 jaar later plaats: in april 1975 begon molenmakerij De Gelder met een zeer ingrijpende restauratie. Roeden met hekwerk en borden, beplanking van bovenhuis en kap, de complete staart, penbalk, vangstukken, schoepen van het scheprad en het rietdek van de ondertoren vervangen. Daarnaast werd nog metselwerk uitgevoerd aan de waterlopen en veldmuren.
Na de restauratie werd de molen op 2 september 1976 officieel in bedrijf gesteld. Op dezelfde dag werden ook de Stijve Molen te Meerkerk en de Bonk te Lexmond officieel in gebruik genomen.
Jaren na deze restauratie bleek vervanging van de voegburrie noodzakelijk. In de zomer van 1989 bracht men nieuwe voegburriebalken, kalven en steenburriebalken aan.
In april 2010 werd begonnen met herstel van de waterlopen. De toog boven de achterwaterloop werd geheel vervangen; ook werd de molenwerf opgehoogd.
Minstens zo belangrijk was de behandeling van delen van het bovenhuis tegen de bonte knaagkever. Delen van windpeluw, boventafelement en achterzomer werden uitgehakt en vervolgens aangegoten met epoxyhars.
Een uitvoeriger toelichting over opkomst, bloei, (bijna) ondergang en rehabilitatie van de molengroep van Streefkerk is te vinden in het record van de Kleine Molen.