- bouwjaar
- bestemming
Bemalen van de polder Nieuw-Lekkerland, thans op vrijwillige basis
- omwentelingen
- geschiedenis
-
De polder Nieuw-Lekkerland had voorheen een getrapte bemaling met een lage en een hoge boezem: twee ondermolens maalden het polderwater in de lage boezem en één bovenmolen (deze molen) bracht het vervolgens in de hoge boezem.
Deze molengroep kwam in 1942 buiten bedrijf. In 1965/66 veranderde dat wat de Hoge Molen betreft: het scheprad werd verwijderd, de achterwaterloop geheel herzien en voorzien van een vijzel, die rechtstreeks vanaf polderpeil kon malen. Onder- en vijzelwiel kwamen van de in 1955 gesloopte poldermolen van 'De Vereeniging' te Pieterzijl (Gr.). Beide roeden kregen fokken. De getrapte bemaling van deze polder kwam aldus te vervallen en de overgebleven ondermolen, de Lage (of Kleine) molen, verloor zijn functie.
De Hoge Molen bleef hoofdbemaling van de polder tot 1981. Tegenwoordig wordt de molen nog regelmatig op vrijwillige basis in bedrijf gesteld.
Een in de nabijheid van de molen staand motorgemaal bracht tot februari 1997 het polderwater rechtstreeks in de hoge boezem. De polder loost nu via een vijzelgemaal (aan de noordelijke boezemkade) op de Lage boezem van de Overwaard.
Volgens overlevering vond in 1872 bij deze molen asbreuk plaats waarna, vanwege het spoedeisende karakter van het herstel, een houten as werd gestoken (die men kennelijk nog had liggen of aan kunnen kopen). De huidige bovenas, van 1854, kon dus niet origineel voor deze molen gemaakt zijn. Archiefonderzoek anno 2016 heeft het verhaal min of meer bevestigd: de polder heeft in november 1879 een gietijzeren bovenas aangekocht van één van de gesloopte molens van de polder Schuwagt te Lekkerkerk en deze vervolgens op reserve gelegd. Aan te nemen is, dat de houten bovenas op dat moment nog voldeed. De huidige bovenas zal dus op zijn vroegst in 1880 zijn gestoken.
Minstens zo opmerkelijk is de mededeling, dat deze molen in 1916 de wateras kreeg van buurmolen de Lage Molen. De reden moet haast wel zijn geweest dat de toenmalige wateras van de Hoge Molen was gebroken of anderszins onbruikbaar geworden en men zolang een andere wateras gebruikte; er was immers nóg een ondermolen.