- bouwjaar
- verdwenen
-
1925 buiten bedrijf 1938 gesloopt
- geschiedenis
-
De polder Ruigenhil was een kleine buitenpolder aan de rivier de Noord.
De molen was een z.g. braakwatermolen. Een braakwatermolen was voorzien van een snel ronddraaiende trechtervormige kuip, die met de open onderzijde in het water stond, en gebruikmakend van de middelpuntvliedende kracht dit water aan de bovenzijde 'uitbraakte'.
Tekst: J. de Vries.
Wat de relatie is met de trechtermolens van ondermeer de Ferwouder Polder (Tenbruggencatenummer 03170) in Friesland is ons niet bekend.
De "Perpendiculaire dubbele trechtervijzel" of ook wel kortweg: "waterbraker", uitgevonden door Pieter Faddegon Pz.
In 1846 verscheen een boekje over deze uitvinding, dat aanwezig is in de bibliotheek van de TU Delft:
Faddegon, Pieter; Beschrijving van het water-opvoerings-werktuig, genaamd: perpendiculaire dubbele trechter-vijzel of waterbraker; benevens natuur- en werktuigkundige beschouwing over de in gebruik zijnde water-opvoerings-werktuigen; Amsterdam Londonck 1846.
Deze uitvinding is op een aantal plaatsen toegepast, oa bij de heer Smit, scheepsbouwmeester te Alblasserdam die deze molen naar alle waarschijnlijkheid besteld had.
In 1938 kwam er een korte biografie uit van Pieter Faddegon, waaruit blijkt dat deze uitvinding op een aantal plaatsen is toegepast. Oa. heeft de heer Smit, scheepsbouwmeester te Alblasserdam een waterbraker besteld voor een polder "De Ruige Kil". Deze molen schijnt daadwerkelijk te zijn opgericht.
Doorman (Het Nederlandsch octrooiwezen en de techniek der 19e eeuw) schrijft, dat P. Faddegon jr. in 1839 octrooi kreeg voor de tijd van 15 jaar voor een waterwerktuig, door hem genaamd perpendiculaire dubbele trechter-vijzel of waterbraker.
De uitvinder zond een beschrijving met tekening in bij de Maatschappij voor Nijverheid, die echter besloot er niet op te attenderen, zijnde het werktuig al mocht het door de inzender oorspronkelijk zijn bedacht, niet nieuw, terwijl er ook geen bijzonder effect van werd verwacht (T. Nijv, VI 353).
Elders schrijft Doorman nog: Een omstandig verhaal (108 blz) over zijn "waterbraker" geeft deze uitvinder in een brochure van 1846 (Londonck, Amst., in Kon. B.). Blijkens de daarbij gevoegde afbeelding is het een om de verticale as draaiende trechter, van binnen bezet met teruglopende lage schoepen, die van de nauwe in het water reikende mond tot de wijde bovenrand doorlopen. Bedoeld is dus een kolk op te wekken, die aan de bovenrand overstroomt in een op het bovenwater uitkomende trog. Er is nog een minder hoog reikende binnentrechter. -
Molen 01514 Polder Ruigenhil (Alblasserdam)Foto: A. Overbeeke, ca 1932 (coll. J. de Vries)Molen 01514 Polder Ruigenhil (Alblasserdam)Molen 01514 Polder Ruigenhil (Alblasserdam)
Tekening collectie J. Dekker
Molen 01514 Polder Ruigenhil (Alblasserdam)coll. DHM