bouwjaar
verdwenen
gedeeltelijk afgebroken
geschiedenis

De eerste eigenaar van de in 1843 gebouwde korenmolen "De Koornaer" was Pieter Duijser.

Deze verkocht de molen op 3 juli 1854 aan Johannes Rijsdijk,

vervolgens sluit Jan Rijsdijk in 1856 een ruil met Jan van der Hilst, die een herberg / uitspanning had in Ridderkerk en dus koos voor het molenaarsvak.
In de periode van 1856 tot en met 1902 is de molen het eigendom geweest van de bovengenoemde familie Van der Hilt, eerst Jan van der Hilt later zijn zonen Arie en Wouter.

05-08-1890: De Maasbode
Men meldt aan de N. R. Ct. uit Ridderkerk: By het onweder, dat Vrijdagavond boven deze gemeente woedde, sloeg de bliksem in den korenmolen van de heeren Gebrs. Van der Hilt alhier. Nadat eene der molenroeden door midden gespleten en gedeeltelijk in splinters was geslagen, nam de bliksem zyn weg van boven uit den molen naar beneden in de huiskamer waar eveneens groote verwoesting werd aangericht. Gelukkig zonder brand te veroorzaken, verliet hy de woning langs een benedenraam. De huisgenooten die om de tafel geschaard zaten, bleven ongedeerd.

Wouter van der Hilst verkoopt de molen op 1 september 1902 voor 12.000 gulden aan Gerrit Aart de Zeeuw die ook de laatste molenaar was.

De molen werd in 1931 tot stellinghoogte afgebroken.

08-04-1933: De laatste vermelding van deze molen vindt plaats in een advertentie van de "Overmaasche Courant" van 8 april 1933, waarin opgedragen werd het gedeeltelijk afbreken van de korenmolen op de Ringdijk en het verbouwen van de molen tot woonhuis en de bij de molen staande woning tot ! woon- en winkelhuis. 
Informatie van Tom Blaak, 28 mei 2005

De molen heeft na onttakeling nog dienst gedaan als sigarenmagazijn en als hobbywinkel van Van Wingerden die later medio jaren 80 naar het centrum van Ridderkerk verhuisde.
Van het binnenwerk van de molen is niets dan enkele zolderbalken en een molensteen die half in de grond gezet staat.
Informatie van Tom Blaak, 16 mei 2005

nog waarneembaar

woonhuis