Op 18-05-1927 berichtte De Zuid-Willemsvaart het volgende:

MIERLO-HOUT. — Ernstig ongeval. — Gisteren tegen den middag had alhier een ongeval plaats dat buitengewoon goed is afgeloopen. Twee vreemde werklieden waren bezig de molen van den Heer G. v. Stekelenburg te repareeren. Zij bevonden zich daartoe op aanzienlijke hoogte op een plank welke met touwen boven aan den molen bevestigd was. Op een gegeven moment brak een der touwen en eene werkman stortte omlaag. Gelukkig werd zijn val eenigszins gebroken, doordat hij eerst op een onderdeel van den molen terecht kwam, voordat hij op den

grond stortte, waar hij bewusteloos bleef liggen. Direct werd geneeskundige hulp ingeroepen, Dr- Hermans, die spoedig aanwezig was constateerde dat gelukkig geen levensgevaar aanwezig was. Hij wordt thans liefderijk verpleegd ten huize van den heer G. v. Stekelenburg. De andere werkman had nog de tegenwoordigheid van geest, om tijdens het vallen het andere touw te grijpen, daardoor voorkwam hij zijn val; waarop hij spoedig uit zijn hangende positie gered werd. Naar wij nader vernemen is de toestand van den eersten werkman, naar omstandigheden tamelijk goed.

Ingezonden door Caroline Schaeffer, 16 juni 2021