- bouwjaar
-
Hier gebouwd met een achtkant uit Zaandam, daterend van 1727.
- bestemming
- Het malen van graan, thans op vrijwillige basis
- molenmaker
- K. Kuiper, De Hoorn (1902)
- afkomstig van
- omwentelingen
- eigendomshistorie
De Stichting tot behoud van molen De Traanroeier is eigenaar sinds 2000.
- geschiedenis
-
Al in 1363 werd er een korenmolen - ongetwijfeld een standerdmolen - op Texel gebouwd. Uiteraard is het aantal korenmolens gezien de geringe bevolking van het eiland in de loop der tijd beperkt gebleven. In 1814 waren er drie korenmolens en twee pelmolens. De pelmolens en een van de korenmolens stonden bij Den Burg. Verder was er een korenmolen bij Den Hoorn en tussen De Waal en Oosterend.
Voorzover bekend heeft te Oudeschild in het verleden nooit een korenmolen gestaan. Wel werd er in 1895 aan Arie Dros Albertsz. vergunning verleend om in deze plaats op het havenland nabij de haven een stoomgraanmaalderij op te richten. Deze was niet alleen bestemd om graan te malen maar ook ingericht voor het snijden van zeegras, het fabriceren van houtwol en het breken van veekoeken.
In 1902 kreeg een ander bedrijf, de firma Dros en Co., vergunning tot het oprichten van een molen, welke uitgerust zou gaan worden met drie koppel maalstenen en een inrichting om veekoeken te breken. Nog in hetzelfde jaar werd de voor sloop te koop staande Zaanse pelmolen De Traanroeier afgebroken en door de uit de Zaanstreek afkomstige, maar inmiddels op Texel wonende molenmaker Klaas Kuiper te Oudeschild herbouwd.
In 1942 werd de molen met de sloop bedreigd, op dat moment was hij al zo'n 7 jaar buiten bedrijf. Om afbraak te voorkomen kocht de gemeente Texel de molen in 1943 aan, waarna herstelwerkzaamheden werden uitgevoerd. Aan het eind van de Tweede Wereldoorlog was de molen nog even in bedrijf, maar spoedig daarna stond de molen opnieuw stil.
In de jaren vijftig bleek hij echter alweer aan restauratie toe te zijn. Omdat inmiddels op Texel geen graan meer werd verbouwd, was herstel als korenmolen tamelijk zinloos. Wat er op Texel doorgaans in overvloed aanwezig is, is wind! Dit leidde tot de in 1963 uitgevoerde grote restauratie, waarbij de molen als proefobject geschikt werd gemaakt voor de opwekking van elektriciteit op windkracht.
In verband hiermee werd het bovenwiel in 1964 voorzien van een conische stalen tandkrans, die een stalen bonkelaar met kunststofkammen aandreef. Via een lange stalen buisspil en snaaroverbrenging werd op die manier een generator in beweging gebracht. De werking van de molen was zodanig geautomatiseerd dat hij in feite zonder enig toezicht in bedrijf zou kunnen zijn: kruien en vangen werd allemaal mechanisch gedaan. Na oplevering was de molen ook regelmatig volautomatisch in bedrijf.
Maar ook hier veranderde het tij: de belangstelling voor elektriciteitsopwekking door traditionele windmolens nam af en daar bleef het niet bij. Zelfs op het zeer windrijke Texel bleek het moeilijk om de molen continu in bedrijf te houden en waren er allerhande problemen. Om te beginnen bleek het metalen wiekenkruis de TV-ontvangst voor geheel Oudeschild te verstoren. Was dat misschien nog triviaal: het uit 1722 daterende achtkant (dat in 1943 nog uitvoerig was gerepareerd) werd door de druk van het gaandewerk zwaar belast en langzaam maar zeker uit elkaar gemalen. Om die reden heeft men dit tussentijds grotendeels vernieuwd (waarbij bijzonder was, dat de molenmakers dit van binnenuit deden).
Uiteindelijk werd rond 1995 de elektriciteitsproductie definitief beƫindigd en niet lang daarna viel het besluit, De Traanroeier weer als korenmolen in te richten.
Dit zeer grote werk werd in 1999 uitgevoerd door molenmaker J.T. Poland & Zn. uit Broek op Langedijk in samenwerking met de fa. Vaags te Aalten. Hierbij is o.a de genoemde stalen tandkrans op het bovenwiel en de stalen bonkelaar verwijderd: in plaats daarvan kreeg het bovenwiel een nieuwe gang kammen en werd de bonkelaar door een houten exemplaar vervangen. Ook waren een nieuw spoorwiel, twee steenspillen met rondsels en twee koppel stenen nodig. Het in 1963 aangebrachte unieke fokremklepsysteem met zelfzwichting kwam te vervallen, al koos men nog wel voor een wiekverbetering in de vorm van het systeem Dekker met neusremkleppen en - opnieuw - zelfzwichting.
Tegenwoordig is de molen regelmatig in bedrijf voor het malen van graan.