bouwjaar
onderbouw deels 1801
bestemming

Het malen van graan op vrijwillige basis

molenmaker
Fa. Straver, Almkerk (1998)
omwentelingen
geschiedenis

Deze molen werd in 1801 gebouwd door molenmaker Carolus Oomen uit Princenhage en ingericht als schorsmolen.
Enkele jaren later was dit ook een korenmolen. Opdrachtgever daartoe was Bartholomeus van Oerle, afkomstig van de molen van Standdaarbuiten.

De nog vrij jonge molen brandde in 1833 af. Wat overbleef was een uitgebrande ruïne. Herbouw volgde in 1834 door de Leurse molenmaker Wouter van Rijmenam.

Zoals bij zovele andere molens het geval was, werd de windkracht aan het begin van de jaren twintig van de 20e eeuw niet langer benut De molen werd vervolgens onttakeld.
In de overgebleven romp was sindsdien een motormaalderij gevestigd. Op 20 januari 1937 brandde deze uit, nadat de molenaar de ruwoliemotor in bedrijf wilde stellen. De combinatie van een brandende lamp met uitstromende benzine zorgde voor een vooralsnog fatale brand.
De resterende romp werd in 1956 afgeknot, waarna slechts de onderste meters resteerden.

In 1986 bracht de toenmalige burgemeester van Etten-Leur, Frank Houben, naar aanleiding van een manifestatie de herbouw van de molen ter sprake. De Stichting Adriaan van Bergen, vernoemd naar de beroemde schipper van het turfschip van Breda in 1590, riep vervolgens de commissie Herbouw Molen De Lelie, de latere Stichting Molen De Lelie, tot leven. Eigenaar en oud-beroepsmolenaar Martinus Augustijn stortte een startkapitaal en de fondsenwerving werd in gang gezet om de benodigde ƒ 900.000,-- te verwerven voor een gefaseerde herbouw.
In oktober 1993 startte het Werkvoorzieningschap met het herstel van de molenromp, waarna een jaar later een gedenksteen in de onderbouw werd geplaatst. Na het storten van een zware betonnen ring op de onderbouw werd de molenromp verder opgemetseld tot 20 meter hoogte en eind 1995 een noodkap geplaatst.

25 september 1998 werd de toen geheel gecompleteerde molen door oud-burgemeester Frank Houben, inmiddels Commissaris der Koningin van Noord-Brabant, officieel in gebruik gesteld.
Binnen 10 jaar werd hier een restauratieproject van circa ƒ 1,5 miljoen gerealiseerd dankzij veel zelfwerkzaamheid en steun van tientallen sponsors.

In 2019 en 2020 vernieuwden leden van de maalploeg in eigen beheer grote delen van de stelling. Dit terwijl de molen intussen zoveel mogelijk draaivaardig bleef.

De molen draait regelmatig waarbij soms wordt gemalen.